Les 26

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat te doen vandaag.....

- nakijken

- terugblik

- uitleg persoonsvorm t.t

- zelf aan de slag

- afsluiting

Nakijken

Les 12 en 13 opdracht 1 t/m 10

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Het haardvuur (branden) erg goed en geeft veel warmte af.

Lesdoel 

Je leert vandaag de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen (Les 26) 

1. Het groepje leerlingen (studeren) hard voor PTO 2.

2. Ik wed dat je het wachtwoord niet (raden)

3. Mijn oma (benijden) haar kennissen die elk puzzelwoord onthouden.

4. Hoe je het ook (wenden) of keert, de toekomst wordt steeds digitaler.

Hoeveel keer had je persoonsvorm goed opgeschreven?

4 keer goed

3 keer goed

Minder dan 2 keer goed.

Samenvatting: 

Regels persoonvorm in tegenwoordige tijd

De  ik-vorm. 

Je haalt -en van het hele werkwoord af. 

Bijvoorbeeld: ik loop, ik vind, ik word). 

Hij, zij, het, men: voor of achter de PV ik-vorm + t. 

( Hij wordt, zij loopt, men vindt, het vindt, ...) 

Let op: Jij vindt /////  vind jij?

Tip: spreek de persoonsvorm uit en luister of je de 't' hoort. Hoor je de 't'? Dan schrijf je hem op

De vogel (zweven) hoog boven het grasveld.

(Vinden) je trainer dat geen goed idee?

Uitleg

Vindt // je trainer // dat // geen goed idee?

Stappenplan

1. Deel de zin in zinsdelen.

2. Zoek het onderwerp van de zin: wie vindt? => Je trainer

3. Je trainer: dat is een man of een vrouw. Dus: hij of zij.

Zelfstandig werken

Wat?	Maken les 26 opdracht 1 t/m 10 op blz. 56 en 57
Hoe lang?	Tot einde van de les.
Klaar?	Stillezen