Les 22 -Fictie(3) - Tijd en perspectief in een verhaal

Fictie
Perspectief 
Personages
Tijd
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictie
Perspectief 
Personages
Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les 

  • ben je bekend met de begrippen tijd, perspectief en round + flat character in een fictief verhaal
  • kan je de begrippen koppelen aan het verhaal van 'Alleen met de Goden' van Alex Boogers

Slide 2 - Tekstslide

Planning
-Bespreken huiswerk
-Uitleg 'tijd' in een verhaal
-Uitleg 'perspectief' in een verhaal
-Uitleg 'round en flat character'

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verloopt de tijd in 'Alleen met de Goden' volgens chronologisch? Leg hier uit waarom wel/ waarom niet?

Slide 5 - Open vraag

Kan je je een gebeurtenis voor de geest halen uit het boek waarin er sprake is van een flashback?
Zo, ja..welke?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de vertelde tijd tot hoofdstuk 20 denk je?

Slide 7 - Open vraag

Wat zou een ik-
perspectief zijn?
A
Als een verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon.
B
De gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Theorie (perspectief)
Gebeurtenissen in een verhaal worden altijd vanuit het standpunt van een persoon verteld.


                               Door wiens ogen beleef je de gebeurtenissen???????

Slide 10 - Tekstslide

Ik-perspectief
Het verhaal wordt door de hoofdpersoon verteld.


"Ik kijk naar buiten en vraag me af wanneer het nu eindelijk begint te sneeuwen. Al dagen beloven de weerberichten een dik pak sneeuw, maar als ik naar de lucht kijk zie ik alleen een troosteloze wolkenpartij.."

Slide 11 - Tekstslide

Hij/ zij - perspectief
Gezien door de ogen van één van de personages.Vaak noemt de schrijver ook de naam van het personage die bedoeld wordt met 'hij/zij'":



Elske zat op het puntje van haar stoel. Klopte het nu echt dat haar klas voor deze toets een klassengemiddelde van 8 gingen halen? "Dit zou de eerste keer zijn" dacht zij hardop. 

Slide 12 - Tekstslide

Wisselend perspectief

Je beleeft de gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages. 

Elske zat op het puntje van haar stoel. Klopte het nu echt dat haar klas voor deze toets een klassengemiddelde van 8 gingen halen? "Dit zou de eerste keer zijn" dacht zij hardop. 
"Wat zit die Elske toch te draaien op die stoel" dacht Melanie verwonderd. Ze verbaasde zich erover dat de altijd rustige Elske zo zenuwachtig leek!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet het als de verhaalgebeurtenissen
vanuit het perspectief van verschillende personages wordt beleefd?
A
Alwetende vertellers- perspectief
B
Wisselend perspectief
C
Ik- perspectief
D
Hij/zij-perspectief

Slide 14 - Quizvraag

Wat denk je dat het verschil is tussen een hoofdpersoon en een bijpersoon?

Slide 15 - Open vraag

Theorie (personages)


Bijpersoon

- Flat character
- Je leert maar een paar karaktereigenschappen kennen. 
- Veranderen niet.
- Reageren vaak voorspelbaar.
Hoofdpersoon

- Round character
- Je leert verschillende karaktereigenschappen kennen.
- Veranderen wel. 
- Reageren niet steeds hetzelfde.
- Je leest meestal gedachten en gevoelens.

Slide 16 - Tekstslide

Noem een flat character uit Boogers en vertel waarom deze flat character is.

Slide 17 - Open vraag

Noem de round character uit Boogers en vertel waarom deze een round character is.

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
  • Leer voor de toets alle fictiebegrippen van de stencils
  • Koppel voor jezelf de begrippen aan het verhaal van Boogers
  • Lees nog een keer de samenvatting over het boek en ken  de namen van de  hoofdpersonen
  • Bekijk de LessonUp's over fictie nog een keer terug!

Slide 19 - Tekstslide