Stellingen

Mijn docenten verzorgen goed onderwijs
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mijn docenten verzorgen goed onderwijs

Slide 1 - Tekstslide

De opleiding biedt mij voldoende uitdaging

Slide 2 - Tekstslide

De opleiding sluit perfect aan op mijn werk

Slide 3 - Tekstslide

Telefoons in de klas moet verboden worden

Slide 4 - Tekstslide

Alcoholreclame moet verboden worden.

Slide 5 - Tekstslide

Alle doping in de sport moet legaal worden.

Slide 6 - Tekstslide

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Slide 7 - Tekstslide

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Slide 8 - Tekstslide

De politie moet voor 50% uit vrouwen bestaan.

Slide 9 - Tekstslide

Docenten kunnen discussies over gevoelige onderwerpen zoals geloof beter vermijden in de les.

Slide 10 - Tekstslide

ZWARTE PIET IS EEN RACISTISCH FENOMEEN EN MOET VAN HET TONEEL VERDWIJNEN.

Slide 11 - Tekstslide

Spelregels voor een goede discussie
  1. Laat elkaar uitpraten. 
  2. Luister naar elkaars argumenten. 
  3. Sta open voor elkaars mening. 
  4. Bestrijd argumenten op de inhoud, speel het niet op de persoon. 
  5. Haal er geen dingen bij die er niet bij horen. 
  6. Discussieer op basis van gelijkwaardigheid. 
  7. Blijf rationeel en zorg ervoor dat je argumenten geldig en juist zijn. 
  8. Discussieer niet alleen om de discussie te winnen. Het gaat om het beste standpunt. 

Slide 12 - Tekstslide

Tips bij het discussiëren
- Als je argumenten gebruikt, is het je bedoeling ermee te overtuigen. Maar gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. 

- Begin met een of twee goed onderbouwde argumenten. Houd wat achter de hand voor als je tegenargumenten krijgt
.

- Maak je standpunt en je argumenten herkenbaar voor de ander door de volgende woorden te gebruiken: want, omdat, indien, namelijk.

- Zeg niet "Ik vind" als het een argument is dat gestaafd wordt door een feit. Breng het stelliger. Bijvoorbeeld: "Het staat vast dat…", "Het is een gegeven dat…".

- Zeg juist wel "Ik vind" als het een waardeoordeel betreft.
Houd je hoofd koel en neem een pauze als de gemoederen te hoog oplopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Een stellingen maken
Een goede stelling sluit aan bij de interesse van de deelnemers aan het debat en gaat over een onderwerp dat afgebakend is. 

De nuance mag bij een stelling best ontbreken, juist door een grote tegenstelling ontstaat vaak een goed debat. 

Slide 14 - Tekstslide

  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. Een stelling bevat geen ontkenningen.
  3. De stelling is absoluut geformuleerd.
  4. De stelling is eenduidig.
  5. De stelling is een verandering van de huidige situatie.
  6. Een stelling bevat geen argumenten.
  7. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. 
Criteriablad stellingen uitdelen

Slide 15 - Tekstslide

https://www.schooldebatteren.nl/stellingentest/

Slide 16 - Tekstslide

      Instructie Placemat 


  • Denktijd (5 minuten): Schrijf individueel je stellingen/onderwerpen op.
  • Rondpraat (5 minuten): Elke student licht zijn/haar antwoord toe.
  • Groepsgesprek (5 minuten): Stellen van verhelderingsvragen en elkaar aanvullen. 
  • Noteer uiteindelijk de gemeenschappelijke stelling waarover overeenstemming is, in het middelste hok.
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Welke stelling wordt het?

Slide 18 - Tekstslide