Stellingen

Nederlands
VEPL419AH
21 maart 2022
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
VEPL419AH
21 maart 2022

Slide 1 - Tekstslide

Planning VEPL419AH

  • Boekverslag: 07 maart: inleveren via CumLaude
  • Toets 02: Boek: 14 maart 2022
  • Toets 03: Betoog/beschouwing: 09 mei
  • Toets 04: Spreken: mei/juni 2022

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

21-03: Lesdoelen

  • Gesprekken 2 v 4: discussie

Slide 4 - Tekstslide

Alcoholreclame moet verboden worden.

Slide 5 - Tekstslide

Alle doping in de sport moet legaal worden.

Slide 6 - Tekstslide

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Slide 7 - Tekstslide

Tips bij het discussiëren
- Als je argumenten gebruikt, is het je bedoeling ermee te overtuigen. Maar gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. 

- Begin met een of twee goed onderbouwde argumenten. Houd wat achter de hand voor als je tegenargumenten krijgt
.

- Maak je standpunt en je argumenten herkenbaar voor de ander door de volgende woorden te gebruiken: want, omdat, indien, namelijk.

- Zeg niet "Ik vind" als het een argument is dat gestaafd wordt door een feit. Breng het stelliger. Bijvoorbeeld: "Het staat vast dat…", "Het is een gegeven dat…".

- Zeg juist wel "Ik vind" als het een waardeoordeel betreft.
Houd je hoofd koel en neem een pauze als de gemoederen te hoog oplopen. 

Slide 8 - Tekstslide

Een stellingen maken
Een goede stelling sluit aan bij de interesse van de deelnemers aan het debat en gaat over een onderwerp dat afgebakend is. 

De nuance mag bij een stelling best ontbreken, juist door een grote tegenstelling ontstaat vaak een goed debat. 

Slide 9 - Tekstslide

Tips bij het maken van een stelling
  1. De stelling is controversieel (binnen de doelgroep)
  2. Een stelling bevat geen ontkenningen.
  3. De stelling is absoluut geformuleerd.
  4. De stelling is eenduidig.
  5. De stelling is een verandering van de huidige situatie.
  6. Een stelling bevat geen argumenten.
  7. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. 

Slide 10 - Tekstslide

      Werkvorm discussie


  • Denktijd (5 minuten): Schrijf individueel je stellingen/onderwerpen op.
  • Rondpraat (5 minuten): Elke student licht zijn/haar antwoord toe.
  • Groepsgesprek (5 minuten): Stellen van verhelderingsvragen en elkaar aanvullen. 
  • Noteer uiteindelijk de gemeenschappelijke stelling waarover overeenstemming is, in het middelste hok.
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Discussie

Tijdens de les van 28-03 wordt de discussie voorbereid.

Tijdens de les van 04-04 zal het debat plaatsvinden.

Slide 12 - Tekstslide

Planning VEPL419AH

  • Boekverslag: 07 maart: inleveren via CumLaude
  • Toets 02: Boek: 14 maart 2022
  • Toets 03: Betoog/beschouwing: 09 mei
  • Toets 04: Spreken: mei/juni 2022

Slide 13 - Tekstslide