Blok 5.2 Grammatica 5.4 WWG en Onderwerp

Blok 5 Grammatica
Herhalen
blz: 221

Lesdoel:
  • Je kunt zinsdelen verdelen
  • Je kunt het wwg, ond, pv en hele ww benoemen
  • zelfstandig naamwoord en lidw benoemen (les 2)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 5 Grammatica
Herhalen
blz: 221

Lesdoel:
  • Je kunt zinsdelen verdelen
  • Je kunt het wwg, ond, pv en hele ww benoemen
  • zelfstandig naamwoord en lidw benoemen (les 2)

Slide 1 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

Lesdoel herhalen van:
  • Onderwerp (ond)
  • persoonsvorm (pv)
  • werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • zinsdelen

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen
  • Een goede zin bestaat uit verschillende delen, dit noemen we zinsdelen.   
      Elk zinsdeel 'vertelt' iets over de zin
  • Kijk maar naar deze zin:

     
  • Je kan deze zin in verschillende stukje verdelen.
      
Wie of wat?
Wat gebeurt er?
wanneer?
waar?
wat?
De jongen
maakt
in de ochtend
thuis
zijn huiswerk
Onderwerp
pv/wwg
bep. tijd
bep. plaats
lijdend voorwerp
De jongen maakt in de ochtend thuis zijn huiswerk.

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp (ond)



  • Een zin bestaat uit twee basisdelen, twee zinsdelen die onmisbaar zijn:
  • een deel dat zegt wat er gebeurt = werkwoordelijk gezegde (wwg).
  • een deel dat zegt wie/wat het doet = onderwerp (ond).  

  • Om het onderwerp in de zin te vinden vraag je: wie/wat + wwg?


Wie of wat?
Wat gebeurt er
Evelien en Rob
mailen
De voetballer 
juicht

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen
Zoek van de volgende zinnen het onderwerp (ond)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het ond in de zin:

Maureen belt haar beste vriendin.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het ond in de zin:

Deze hond blaft de hele tijd.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het ond in de zin:

De tuinman snoeit de appelboom.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het ond in de zin:

De film begint over een uur.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het ond in de zin:

Voor zijn verjaardag vraagt mijn broer een hengel.

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig werken/huiswerk
https://www.jufmelis.nl/zinsontleding

oefen persoonsvorm en onderwerp

Slide 12 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

  • Pak je laptop, werk rustig aan Numo

Slide 13 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

  • Dit gaat over het onderwerp

Slide 14 - Tekstslide

Het onderwerp (ond) langer maken.
  • Een onderwerp kan je langer maken door er woorden aan toe te voegen.
  • Voorbeeld:
  • De tuinman snoeit de appelboom.
  • De oude tuinman snoeit de appelboom.
  • De oude, kale tuinman snoeit de appelboom


Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen
Maak het onderwerp van de zin langer door er één of meerdere woorden aan toe te voegen.
Schrijf je hele onderwerp op.

Slide 16 - Tekstslide

De monteur repareert de auto.

Slide 17 - Woordweb

Mag jouw broertje een snoepje?

Slide 18 - Woordweb

Dit boek leest mijn zus al.

Slide 19 - Woordweb

De kanarie zingt vals.

Slide 20 - Woordweb

In de tuin staat een boom.

Slide 21 - Woordweb

Zelfstandig werken/huiswerk
5.4 blz: 221 
opdracht 7 en 8

Slide 22 - Tekstslide

Het Bijvoeglijk naamwoord
--> Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Geef in de volgende zinnen aan wat het bijvoeglijk naamwoord is of vul ze in:

Slide 23 - Tekstslide

Maak opdracht 9 
blz: 223

Slide 24 - Tekstslide