Hoofdstuk 1 deel 2

Inleiding tot deontologie
5 Gezondheidszorg - Recht en deontologie
Mevrouw van Loon
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Recht en deontologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inleiding tot deontologie
5 Gezondheidszorg - Recht en deontologie
Mevrouw van Loon

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
De leerling:
- Geeft de huidige definitie van deontologie.
- Legt uit wat een deontologische code inhoudt.
- Legt het verschil tussen een professionele gedragscode en een deontologische code uit.
- Geeft de definitie van ethiek.
- Legt uit wat waarden zijn.
- Geeft minstens één voorbeeld van een waarde.
- Legt uit wat normen zijn.
- Geeft minstens één voorbeeld van een norm.
- Legt het verschil uit tussen waarden en normen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
De leerling:
- Situeren waarden en normen in de maatschappij.
- Legt uit wat een referentiekader is.
- Legt uit hoe je als zorgverlener omgaat met ethische dilemma’s op de werkvloer.
- Geeft de definities van de basisprincipes in de sociale sector.
- Herkent de basisprincipes in de sociale sector in een gegeven (voorbeeld)tekst.


Slide 3 - Tekstslide

In een thuissituatie vraagt Jef (87 jaar), een zorgvrager met diabetes, je om een stuk taart mee te brengen van de winkel (voor zijn verjaardag). Jij weet als zorgverlener dat zijn suikerwaarde daardoor omhoog zal schieten en dat dit problemen met zich meebrengt.

Hoe reageer je?

Slide 4 - Tekstslide

Definitie van deontologie 
Bentham (1834) omschrijft deontologie als:
de empirische studie van de verschillende verplichtingen in verschillende concrete situaties.

Hedendaagse definitie: 
een geheel van waarden, normen en verplichtingen die aanvaard worden door de beoefenaars van een bepaald beroep

Slide 5 - Tekstslide

Definitie van deontologie 
Een synoniem is ‘beroepsplichtenleer’.


Voor én door beroepsgenoten ontwikkeld!


Slide 6 - Tekstslide

Deontologische code en ethisch handelen 
Elke zorgverlener moet zich houden aan een deontologische code: omvat gemeenschappelijke waarden en gedragsregels die gelden voor een bepaald beroep.

Houvast of soort handleiding hoe je in verschillende situaties het best kunt optreden.

Slide 7 - Tekstslide

Deontologische code en ethisch handelen 
Ethiek = wetenschap van wat goed en kwaad is.

Ethisch handelen: kritisch nadenken over wat moreel goed is om te doen.

Slide 8 - Tekstslide

Deontologische code en ethisch handelen 
Probleem op de werkvloer?
Alle betrokken partijen kijken door hun eigen bril naar de situatie:
  • Wensen van de familie
  • Waarden en normen van de zorgverleners
Zoeken naar een gepast evenwicht en een goede oplossing voor alle partijen (niet altijd makkelijk!)


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarden en normen
Waarde = wat we belangrijk vinden
Norm = regel die een bepaalde waarde concretiseert

Waarden en normen horen tot een bepaalde cultuur, tijdspatroon, levensovertuiging, …
DUS veel en zeer verschillende waarden en normen in de maatschappij


Slide 11 - Tekstslide

Waarden en normen
Referentiekader = geheel van normen, waarden, overtuigingen en vanzelfsprekendheden die een groep volgt

Vaak niet bewust van je eigen referentiekader –> wel belangrijk!


Slide 12 - Tekstslide

Ethische dilemma's op de werkvloer
Ethisch dilemma = verschillende meningen over hoe de zorgverlener moet handelen (niet één juist antwoord)

Afwegingsproces waarbij de belangen van de zorgvrager, die van zijn familie en het eigen referentiekader in rekening worden gebracht.

Slide 13 - Tekstslide

Basisprincipes in de sociale sector

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Tegen volgende les (6 november)

In deontologische code aanduiden wat we al hebben gezien tot nu toe (gebruik kleur voor deel 1 en 2)

Slide 15 - Tekstslide