Ecologie

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een onderzoeker vangt twaalf karpers, merkt ze en laat ze weer los. Een paar dagen later vangt hij weer tien karpers. Daarvan zijn er twee gemerkt. Hoeveel karpers bevinden zich in de vijver?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Afvaleter en reducent
Afvaleters = gebruiken dode resten van planten en dieren als voedsel

Reducenten = organismen die de dode resten van organismen opruimen -> hierbij komen voedingsstoffen vrij voor de producenten

Slide 17 - Tekstslide

Afvaleters

Slide 18 - Tekstslide

Reducenten zijn ...
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de libelle?
A
Producent
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Consument van de 4e orde

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Maak een foto van je tekening van het voedselweb en upload deze.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Symbiose = langdurige samenleven

Slide 28 - Tekstslide

Symbiose vorm
Gastheer
Gast
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Voordeel
Nadeel
Neutraal

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

schematische weergave

Slide 31 - Tekstslide

Bij welke piramide is de volgende schakel (naar boven) altijd kleiner?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Een bevolkingspiramide
D
Bij een piramide van een voedselketen

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

De koolstofkringloop gaat over het doorgeven van het element koolstof (C)

Koolstof zit onder andere in koolstofdioxide (CO2) en glucose (C6H12O6)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6
C
N2
D
CH4

Slide 38 - Quizvraag

koolstofkringloop

Slide 39 - Tekstslide

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop hebben verbranding=dissimilatie?
A
planten
B
dieren
C
dieren en schimmels
D
zowel planten, dieren als schimmels

Slide 40 - Quizvraag

De boom maakt door fotosynthese
A
anorganische stoffen
B
uitsluitend organische stoffen
C
zowel organische als anorganische stoffen

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Eten van energierijk plantaardig voedsel

Dissimilatie door dieren

Afbreken van dode dieren door schimmels en bacteriën
Vorming van fossiele brandstoffen

Dissimilatie door schimmels en bacteriën

Fotosynthese

(Voortgezette) assimilatie door planten

Verbranding van fossiele brandstoffen

Afbreken van dode planten door schimmels en bacteriën
Sleep de nummers naar de juiste zin in de tabel:
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 44 - Sleepvraag

Slide 45 - Tekstslide