H3

Maatschappijkunde jaar 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde jaar 3

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen

Lesdoel

Theorie

Zelfstandig werken

Afsluiten
Planning

Slide 2 - Tekstslide

  1. Wat is socialisatie en internalisatie?
  2. Wat is het verschil tussen een multiculturele en pluriforme samenleving?
  3. Je kan kenmerken van de pluriforme samenleving benoemen/uitleggen.
Herhalen

Slide 3 - Tekstslide

  1. Je kan de 3 motieven benoemen om te emigreren. 
  2. Je kan de 3 groepen immigranten benoemen en uitleggen. 
  3. Je kan de asielprocedure uitleggen. 
Lesdoel

Slide 4 - Tekstslide

Emigratie betekent weggaan uit je eigen land.

Immigratie is juist dat je een land binnenkomt.

Migratie

Slide 5 - Tekstslide

Mensen verhuizen om drie soorten redenen:

• politieke motieven;
• economische motieven;
• sociale motieven.

Redenen van emigreren

Slide 6 - Tekstslide

Politieke motieven hebben te maken met oorlog en geweld.
mensen vluchten omdat ze worden vervolgd in hun eigen land.

Ze zijn bijvoorbeeld een tegenstander van de machthebber, of
worden vervolgd vanwege hun godsdienst.
We noemen hen politieke vluchtelingen
ze vluchten voor geweld, zoals een burgeroorlog.

Politieke reden

Slide 7 - Tekstslide

Economische motieven hebben te maken met werk en carrière-mogelijkheden.

Mensen gaan werken in landen waar een tekort aan arbeidskrachten is (arbeidsmigranten).
Mensen met een hoge opleiding gaan werken in landen waar ze behoefte aan zulke mensen hebben (kennismigranten).
Mensen uit landen met veel armoede en werkloosheid zoeken een beter bestaan in andere landen (economische vluchtelingen).

Economische reden

Slide 8 - Tekstslide

Sociale motieven hebben te maken met relaties tussen mensen.
  • Gezinsvorming: wanneer iemand trouwt met een partner uit het buitenland en ze samen in Nederland gaan wonen.
  • Gezinshereniging: wanneer iemand zijn of haar gezin laat overkomen uit het land dat hij of zij heeft verlaten.

Sociale reden

Slide 9 - Tekstslide

We kunnen drie groepen immigranten van elkaar onderscheiden:

• mensen uit de vroegere koloniën;
• arbeidsmigranten;
• asielzoekers.

Waar komen de migranten vandaan?

Slide 10 - Tekstslide

Koloniën zijn gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst te maken.
Nederland had vroeger ook koloniën:
Nederlands-Indië (nu Indonesië): Na de onafhankelijkheid in 1949 kwamen Indische Nederlanders en Molukkers naar Nederland.
Suriname
De Nederlandse Antillen
Uit deze landen komen en kwamen mensen om te werken of te studeren. Na de militaire coup in 1980 kwamen er ook Surinaamse politieke vluchtelingen naar Nederland.

Vroegere koloniën

Slide 11 - Tekstslide

In de jaren zestig van de vorige eeuw waren er personeelstekorten. Er werden daarom buitenlandse arbeidskrachten aangenomen. Gastarbeiders: arbeidskrachten die tijdelijk in Nederland zouden blijven. Ze kwamen bijvoorbeeld uit:
  • Italië
  • Spanje
  • Griekenland
  • Turkije
  • Marokko
  • Roemenië


Arbeidsmigranten

Slide 12 - Tekstslide

Mensen die hun land verlaten voor geweld, kunnen asiel aanvragen.
Asiel: toestemming om in het land te verblijven.
Mensen die asiel krijgen zijn officieel erkend als vluchteling. Ze komen bijvoorbeeld uit:
  • Afghanistan               Eritrea
  • Iran                               Somalië
  • Irak                               Syrië
  • Armenië
  • Angola

Asielzoekers

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Of een immigrant naar Nederland mag komen hangt af van internationale afspraken:
  • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  • Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
  • Vluchtelingenverdrag van Genève
  • Verdrag van Schengen

Volgens deze afspraken mag Nederland niet discrimineren en moet
Nederland inwoners de gelegenheid geven tot gezinshereniging
en gezinsvorming.

Toelatingsbeleid

Slide 15 - Tekstslide

In heel Europa geldt een restrictief toelatingsbeleid voor mensen van buiten de Europese Unie. Met andere woorden: de EU is heel voorzichtig met het toelaten van buitenlanders.

Toch proberen veel mensen Europa te bereiken, om in een asielprocedure terecht te komen.
De asielprocedure wordt in Nederland gedaan door de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND): deze dienst bepaalt wie wordt toegelaten en wie niet. Asielzoekers krijgen een verblijfsvergunning als de IND bepaalt dat ze mogen blijven.

Toelatingsbeleid

Slide 16 - Tekstslide

Asielprocedure

Slide 17 - Tekstslide

Maken: Paragraaf 3.1, opdracht 1 t/m 4

Klaar: Huiswerk / leren voor een ander vak. 
Zelfstandig werken

Slide 18 - Tekstslide