H5 Th1 Dissimilatie

H5 Th 1 BS 5 Dissimilatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Th 1 BS 5 Dissimilatie

Slide 1 - Tekstslide

Mest
Ammonium-ionen in de bodem worden omgezet in nitraat. Voor planten met bladgroen is nitraat een belangrijke stol
Voor de productie van welke stoffen vooral is nitraat een belangrijke grondstof?

A
Voor de productie van eiwitten
B
Voor de productie van koolhydraten
C
Voor de productie van vetten

Slide 2 - Quizvraag

In spieren van de mens vinden onder andere de volgende stofwisselingsprocessen plaats:
1 opbouw van eiwitten uit aminozuren,
2 vorming van melkzuur uit glucose,
3 vorming van glycogeen uit glucose,
4 vorming van CO2 en H2O uit glucose en O2.
Bij welk of bij welke van deze processen komt energie vrij die kan w
Bij welk of bij welke van deze processen komt energie vrij die kan worden gebruikt voor het samentrekken van de spieren?
A
alleen bij proces 3
B
alleen bij proces 4
C
bij de processen 1 en 3
D
bij de processen 2 en 4

Slide 3 - Quizvraag

H5 - T1: Metabolisme - BS5 Dissimilatie

Slide 4 - Tekstslide

Studieplanner

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de reactievergelijking van dissimilatie?

Slide 7 - Open vraag

Waar in de cel?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie

- er is voldoende zuurstof aanwezig
- glucose wordt volledig verbrand tot CO2 en H2O
- er ontstaat veel energie
Anaerobe dissimilatie

- er is geen of te weinig zuurstof aanwezig
- glucose wordt onvolledig verbrand en omgezet in alcohol of melkzuur
- er ontstaat veel minder energie

Slide 11 - Tekstslide

BINAS??

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Met behulp van gist kan uit suikers biobrandstof worden gemaakt.
34) In welke van de onderstaande zinnen staat dit gewenste gistingsproces correct omschreven?
A Onder aerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol.
B Onder aerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol.
C Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot koolstofdioxide en ethanol.
D Onder anaerobe omstandigheden breken gistcellen suikermoleculen af tot zuurstof en ethanol.

Slide 17 - Tekstslide

vraag 34 In welke van de zinnen staat dit gewenste gistingsproces
correct omschreven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Brood laten rijzen
Een bakker maakt deeg van meel, gist, suiker, keukenzout en water. Vervolgens laat hij een deel van het deeg rijzen bij 25 °C en een even groot deel bij 35 °C. Alle andere omstandigheden zijn gelijk. Gedurende een uur meet hij elke 10 minuten hoe groot het volume van het deeg is. De resultaten zet hij uit in een diagram:
Welke van de stoffen alcohol, koolstofdioxide en water heeft of hebben er in belangrijke mate voor gezorgd dat het volume van het deeg is toegenomen?

Slide 19 - Tekstslide

Welke van de stoffen alcohol, koolstofdioxide en water heeft of hebben er in belangrijke mate voor gezorgd dat het volume van het deeg is toegenomen?
A
Alleen koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide en water
C
Alcohol, koolstofdioxide en water

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is schematisch een plantencel weergegeven. De in de cel aanwezige onderdelen zijn niet alle op dezelfde schaal getekend. Eén van de organellen is met P aangegeven.
Over organel P wordt een aantal beweringen gedaan.

1 In P vindt aërobe dissimilatie plaats.
2 In P vindt anaërobe dissimilatie plaats.
3 In P bevinden zich enzymen die een rol spelen bij de fotosynthese.
4 In P bevinden zich pigmenten die een rol spelen bij de fotosynthese.

Welke van de beweringen is/zijn juist?

Slide 21 - Tekstslide

In de afbeelding is schematisch een plantencel weergegeven. De in de cel aanwezige onderdelen zijn niet alle op dezelfde schaal getekend. Eén van de organellen is met P aangegeven.
Over organel P wordt een aantal beweringen gedaan.
1 In P vindt aërobe dissimilatie plaats.
2 In P vindt anaërobe dissimilatie plaats.
3 In P bevinden zich enzymen die een rol spelen bij de fotosynthese.
4 In P bevinden zich pigmenten die een rol spelen bij de fotosynthese.
A
Alleen 1
B
Alleen 4
C
1 en 2
D
3 en 4

Slide 22 - Quizvraag

Voorkómen van sportblessures

In de brochure staat dat door cooling-down afvalstoffen uit de spieren worden verwijderd.
Welke "afvalstof" ontstaat in spieren bij dissimilatie zonder zuurstof?
A
Alcohol
B
Koolstofdioxide
C
Melkzuur
D
Stikstof

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk: BS 47 t/m 59 (NIET 55 en 58)+ Test jezelf

Slide 24 - Tekstslide