Les 3 B2C Economie - 07022023

Welkom bij Economie in Mavo 2
Les 3
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie in Mavo 2
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + welkom
  • Bespreken vorige les + afmaken stencil: De geschiedenis van geld

  • Klassikale les 1.2 B: Wat is geld? via LessonUp

  • Zelfstandig werken Learnbeat aan opdrachten 1.2 B 
  • LET OP: Tabblad 1 slaan we over!!!

Slide 2 - Tekstslide

Kijk even mee op het bord
👀

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • In deze les leer je meer over de functies van geld; spaarmiddel, rekenmiddel en ruilmiddel.
  • Weet je wat het verschil is tussen giraal en chartaal geld.
  • Weet je het verschil tussen directe en indirecte ruil
  • Leer je waarom iedereen verschillende behoeften heeft en wat het verschil is tussen primaire en secundaire behoeften.
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en wat prioriteiten stellen betekent;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 6 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 7 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 8 - Tekstslide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 9 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Slide 10 - Tekstslide

Producten
Goederen en diensten noem je producten.

Als we over producten praten, kunnen dit dus zowel goederen als diensten zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 12 - Tekstslide

2

Slide 13 - Video

00:23
Kun jij een ander voorbeeld geven van zelfvoorziening?

Slide 14 - Open vraag

00:59
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking in Nederland. Het nationaal inkomen is € 725,4 miljard, het aantal inwoners is € 17,08 miljoen.

Slide 15 - Open vraag

Leg het begrip welvaart uit.

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!!!
Maken opdrachten par. 1.2 B:
De functies van geld

Let op:
Werk stil en zelfstandig aan de opdrachten. Let op: Gebruik oortjes voor de filmpjes
Klaar? --> Bij 100% gemaakt kun je ook nakijken!

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk 
- Maken Par. 1.2 C: 
De waarde van geld

- Maken stencil + bijbehorende opdrachten
- de opdrachten zijn ook nagekeken!

Slide 18 - Tekstslide

Tot de volgende les!
Dinsdag 2e lesuur!

FIJN WEEKEND!

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 21 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 22 - Quizvraag

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 23 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 24 - Sleepvraag

voorbeeld vrije goederen

Slide 25 - Woordweb

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 26 - Quizvraag

Wat is zelfvoorziening?

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 28 - Open vraag

Hebben we in Nederland een hoge of lage welvaart en waarom?

Slide 29 - Open vraag

Vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Nog een vraag, opmerking over de les? Dan kun je die hier kwijt 👇

Slide 31 - Open vraag