Les 2 M3A Economie - 28082024

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 2+3

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + welkom!                          Learnbeat: QGMFQ7
                                                                  LessonUp:  atisj
  •  Energizer
  • Start Hfdst.1 " Wat is economie?" 
  •  filmpje samen kijken
  •  Maken opdrachten: 1.2 A : Behoeften en keuzes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen (Les 1)
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften;
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en wat prioriteiten stellen betekent;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij economie?

Slide 6 - Woordweb

0

Slide 7 - Video

Behoeften:
mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.
Er zijn basisbehoeften (primaire behoeften) en luxebehoeften (secundaire behoeften). Normale behoeften die je niet nodig hebt om in leven te blijven horen ook bij de secundaire behoeften.

Slide 8 - Tekstslide

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 9 - Sleepvraag

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 10 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld. 

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 11 - Tekstslide

Producten
Goederen en diensten noem je producten.

Als we over producten praten, kunnen dit dus zowel goederen als diensten zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Een dienst wordt geleverd en is niet tastbaar
zoals een goed.

Slide 13 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 14 - Tekstslide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 15 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

Welvaart en schaarste

Welvaart: de mate waarin je je behoeften kunt vervullen.


Dus hoe meer je behoeften worden vervuld, hoe meer welvaart je hebt. De welvaart van iemand is laag als weinig van zijn behoeften worden vervuld (ook als die persoon erg rijk is).

Welvaart van iemand is hoog als bijna al zijn behoeften worden vervuld (ook als die persoon weinig besittingen heeft).


Niemand heeft genoeg middelen om alle behoeften te vervullen, dit noemen we schaarste

Slide 18 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Werk zelfstandig + in stilte!!!

Learnbeat 1.2 B Consumentengedrag Tab 3+4


timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

00:23
Kun jij een ander voorbeeld geven van zelfvoorziening?

Slide 20 - Open vraag

Vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Check lesdoelen
  • Je weet het verschil tussen primaire en secundaire behoeften
  • Waarom kunnen behoeften verschillen?
  • Waarom is bijvoorbeeld een pak melk schaars?
  • Waarom moeten we prioriteiten stellen?
  • Wat is het verschil tussen goederen en diensten?
  • Wat betekent welvaart?

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Maken voor de volgende les:
  • Par. 1.2 A:  Wat is consumeren?
  • Tab 1 t/m 4: doorlezen + maken.

Slide 23 - Tekstslide

Nog een vraag, opmerking over de les? Dan kun je die hier kwijt 👇

Slide 24 - Open vraag