Afstemmen les 6

Module: Praktische werkzaamheden afstemmen
Praktisch handelen Les 6
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AfstemmenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module: Praktische werkzaamheden afstemmen
Praktisch handelen Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- AWR
- leerdoelen vorige les
- Leerdoelen deze les
- Theorie

Slide 2 - Tekstslide

AWR

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
* Je kunt na deze les feedback geven en ontvangen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is feedback?

Slide 5 - Open vraag

Wanneer heb jij voor het laatst feedback gekregen/gegeven?

Slide 6 - Open vraag

Feedback
Feedback is een boodschap over het handelen of gedrag van een ander. Als je met anderen samenwerkt, ontkom je er niet aan om feedback te geven of om feedback te ontvangen. Anderen vinden iets van jouw handelen of gedrag. En jij vindt iets van het gedrag of handelen van een ander. Feedback kan zowel positief als negatief zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Feedback
feedback geven, is niet altijd makkelijk, maar wel voor een deel aan te leren.
- Op de goede manier
- De ik-vorm
- Op de juiste manier, op het juiste moment


Slide 8 - Tekstslide

Op de goede manier
Als een collega altijd een flauw grapje maakt over jou als er collega’s bij zijn, kun je hier erg boos om worden. Je zegt bijvoorbeeld: ‘Wat ben jij een irritant, je moet me altijd voor gek zetten als er anderen bij zijn.’ 
In dit geval benoem je niet wat jouw gevoel erbij is. Ook onderbouw je je feedback niet met feiten. ‘Altijd’, zoals in het voorbeeld, is geen feit. Drie keer deze week bijvoorbeeld, is wel een feit. Je collega irritant noemen is een waardeoordeel. Je geeft geen feedback op het gedrag, maar op de persoon.

Slide 9 - Tekstslide

De ik-vorm
De ik-vorm kan je helpen je boodschap beter over te brengen. Als je zegt: ‘Ik vind het vervelend dat je deze week al drie keer een flauwe grap over mij hebt gemaakt in het bijzijn van collega’s, je kwetst me daarmee’, heb je een ik-boodschap geformuleerd. Je noemt je gevoel, je noemt feiten en het gedrag en je geeft geen waardeoordeel.


Slide 10 - Tekstslide

Op de juiste manier, op het juiste moment
Als je iemand feedback wilt geven, moet je dat doen op het juiste moment. Wacht niet drie weken met het geven van feedback op een voorval. De ander is het dan misschien al vergeten. Doe het snel. En doseer je feedback. Houd het bij dat ene punt. Ga de collega die de grapjes maakt, niet vertellen wat hij verder allemaal nog verkeerd heeft gedaan. Wees beleefd en vraag of de ander het gedrag herkent. Als je goede feedback geeft, krijg je misschien voor elkaar wat je wilt. 

Slide 11 - Tekstslide

Feedback ontvangen
1. Interpreteer feedback niet als een aanval op jou als persoon. 

2. Schiet niet in de verdediging! Luister naar wat de ander te zeggen heeft, je kan er wat van leren. Luisteren betekent nog niet dat je het ermee eens bent, maar wel dat je er serieus over nadenkt. Of je er iets mee doet, is aan jou.

3. Probeer de feedback te begrijpen. Vraag door tot je weet wat er wordt bedoeld.
had, kom er dan nog eens op terug.


Slide 12 - Tekstslide

Feedback ontvangen
4. Beoordeel de feedback. Jij bepaalt zelf wat je met de gegeven informatie doet. Vraag je af of jehet commentaar positief of negatief vindt, terecht of onterecht. Herken je de feedback? Heb je soortgelijk commentaar eerder gehad?

5. Doe iets met de feedback. Besluit wat je met het commentaar gaat doen.

Slide 13 - Tekstslide

Feedback ontvangen
6. Toon waardering voor de feedback. De ander geeft je feedback om je te helpen, iets te leren of te verbeteren, of om waardering te tonen voor jouw werk. Als je erg uit het veld geslagen bent of later tot de ontdekking komt dat de persoon gelijk had, kom er dan nog eens op terug.

Slide 14 - Tekstslide

Adviezen voor het omgaan met feedback
1. Neem zelf het initiatief als je voelt dat er iets in de lucht hangt. Dat maakt het ontvangen van
kritiek makkelijker. Je zet jezelf vast schrap en je laat je niet overvallen.

2. Bepaal zelf het juiste moment om kritiek aan te horen. Zorg dat je rustig bent en dat er niemand in de buurt is die je er niet bij wilt hebben.

3. Bedenk van tevoren wat je het ergst zou vinden om te horen, dan valt het meestal mee.

4. Reageer altijd (mensen worden boos wanneer je hun kritiek niet serieus neemt), maar niet altijd onmiddellijk. Geef jezelf de tijd; vraag eventueel om een time-out ("Hier wil ik even over
nadenken.")


Slide 15 - Tekstslide

Adviezen voor het omgaan met feedback
5. Kritiek is altijd subjectief. Soms brengen mensen hun kritiek echter niet als persoonlijke mening maar als feit: "Jij doet dat verkeerd", "jouw beslissing is onverstandig", etc. Maak van die stelligebewering weer een mening. "Dus jij vindt/denkt  dat ik .... Vervolgens kun je op die mening reageren: "Ik ben het niet/ten dele/helemaal met je eens.

6. Bedank altijd voor kritiek ("Ik ben blij dat je dat tegen me zegt"). De meeste mensen vinden het
moeilijk om kritiek te leveren (ze geven liever complimenten). Toch kun je beter rechtstreeks
kritiek krijgen dan alleen indirect ontdekken dat men niet tevreden is, bijvoorbeeld wanneer je
een promotie misloopt. Feedback is dus belangrijk en mensen die kritiek leveren zijn waardevol."
Ze geven je de kans om te reageren.

Slide 16 - Tekstslide

Adviezen voor het omgaan met feedback
7. In geval van "gifbekertjes": proeven en uitspugen. De meeste mensen zijn eerder voorzichtig in hun kritiek dan te hard. Maar sommige kritiek komt inderdaad alleen maar voort uit negatieve
gevoelens zoals jaloezie. In dat geval niet reageren.

8. Oefen jezelf erin kritiek als feedback te zien, niet als klap op je kop. Beschouw alle kritiek als informatie. Informatie kun je ook teruggeven of laten liggen. Hoe bot het ook is wat ze zeggen,
denk maar: "Dit is nuttige feedback".

9. Richt je in je overpeinzingen altijd op het pure onderwerp van kritiek en fantaseer er niets bij.
Beschouw een negatieve opmerking niet automatisch als kritiek op je hele persoon

Slide 17 - Tekstslide

Casus: Wat gaat er (niet) goed?
De vakantieroosters voor de medewerkers van een beschermde woonvorm moeten worden gemaakt. Elk jaar zorgen Daan en Willie dat ze het schema als eerste ingevuld hebben. Luuk is er nooit zo snel mee en hij krijgt vaak de weken die over zijn. Meestal vindt hij dit niet zo erg, maar dit jaar wel. Met wat vrienden gaat hij een grote reis maken en het is al een heel gepuzzel om passende weken te vinden. Daan en Willie zijn niet erg bereid om te schuiven. Luuk ergert zich eraan, zeker aan Willie. Die zorgt er ook altijd al voor dat ze de beste diensten heeft. Het gesprek tussen Daan, Willie en Luuk escaleert. Luuk is woedend en kan zich niet inhouden: ‘Wat ben jij een ontzettende egoïst’, zegt hij tegen Willie. ‘Je houdt nooit rekening met een ander, je denkt altijd alleen maar aan jezelf. Dit jaar de beste vakantieweken inpikken, vorig jaar en dat jaar ervoor ook al. Lekker bezig zeg, altijd de beste roosters. Geen wonder dat je nooit een vriend krijgt.’

Slide 18 - Tekstslide

Wat voor feedback zou je Luuk kunnen meegeven?

Slide 19 - Open vraag