Week 02 Les 2

H3 Chapitre 3 / Ça, c'est Paris!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Chapitre 3 / Ça, c'est Paris!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent de woordjes van Les 3
  2. Je kunt de conditionnel herkennen. 
  3. Je kunt de conditionnel maken
  4. Je weet wanneer je de conditionnel moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. 5 minuten leren woordjes Les 3
2. Quiz woordjes les 3
3. Video 
4. Uitleg conditionnel
5. Maken: les 4 opdrt. 46
6. Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

5 minuten leren

Chapitre 3

Woordjes Les 3
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans.

Bienvenue dans mon (quartier).

timer
0:20

Slide 5 - Open vraag

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans.

Ouvrir (en cas d')urgence!
timer
0:20

Slide 6 - Open vraag

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans.

Je peux te (recommander) la salade verte.
timer
0:20

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans.

Je rêve d'(une sortie) avec la classe à Paris.
timer
0:20

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans.

À Paris, il y a de plus en plus de (pistes cyclables).
timer
0:20

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

6

Slide 11 - Video

00:17
Que deviendrait la Terre sans les humains?
les centrales électriques
A
pourraient être plus actives
B
fonctionneraient mieux
C
arrêteraient de marcher

Slide 12 - Quizvraag

00:30
les animaux en captivité...
A
commenceraient à mourir de faim
B
vivraient ensemble
C
auraient peur

Slide 13 - Quizvraag

00:45
les centrales nucléaires...
A
les centrales nucléaires...
B
exploseraient
C
seraient couvertes d'eau

Slide 14 - Quizvraag

00:59
les satellites.....
A
brûleraient
B
n'existeraient plus
C
tomberaient du ciel

Slide 15 - Quizvraag

01:22
les constructions en métal et les bâtiments......
A
seraient habités par les animaux
B
tomberaient
C
disparaîtraient

Slide 16 - Quizvraag

02:04
les conditionnels dans la vidéo expriment....
A
la politesse
B
une hypothèse
C
un conseil
D
un désir, un souhait

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Let op de onregelmatige vormen! Deze moet je HERKENNEN


être
je serais
faire
je ferais
aller
j'irais
vouloir
je voudrais
pouvoir
je pourrais
venir
je viendrais
voir
je verrais

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak je de conditionnel?

1. Neem het hele werkwoord.
2. Zet hier de juiste uitgang achter. ( Dezelfde uitgang als de imparfait)
3. In het Nederlands gebruik je het werkwoord ZOUDEN
"Ik zou spelen"
JOUER = Spelen

Je JOUERAIS         
Tu JOUERAIS
il / elle / on JOUERAIT
Nous JOUERIONS
Vous JOUERIEZ
Ils / elles JOUERAIENT

Slide 20 - Tekstslide

Chapitre 3 Les 4 opdrt. 46

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Van welk werkwoord komt deze conditionnel?

Nous ferions

Slide 23 - Open vraag

Van welk werkwoord komt deze conditionnel?

Vous voudriez

Slide 24 - Open vraag

Van welk werkwoord komt deze conditionnel?

je verrais

Slide 25 - Open vraag

Van welk werkwoord komt deze conditionnel?

je serais

Slide 26 - Open vraag

Van welk werkwoord komt deze conditionnel?

On irait

Slide 27 - Open vraag

Les devoirs 
Leren:
Chapitre 3 woordjes Les 4 + conditionnel p. 53

Maken: 
Chapitre 3 Les 4 opdrt. 46

Slide 28 - Tekstslide