[BW41] Periode 3 - Week 7: les over begrijpend lezen

Welkom



Les 7 van periode 3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom



Les 7 van periode 3

Slide 1 - Tekstslide

2f 2021-22
Opbouw van deze les:
 - Doelen van deze les benoemen   
 - Quiz over de theorie van vorige week + herhaling
 - Zelfstandig online oefenen met begrijpend lezen  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les:
• Je (her)kent de theorie over leesstrategieën;
• Je oefent met lezen en het beantwoorden van vragen over de gelezen tekst.


Slide 3 - Tekstslide

Je weet waarom woordenschat belangrijk is (in het leven en carrière). 
Wat is 'verkennend lezen'?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt 'zoekend lezen' in?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met de hoofdgedachte in een tekst?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling van de theorie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën
Verkennend lezen  -  tekst bekijken (titel/schrijver/afbeeldingen) om snel te kunnen bepalen wat de tekstsoort  (krant- of tijdschriftartikel, advertentie) is en het onderwerp van de tekst is. 

Globaal lezen  -  bedenken wat je al weet over het onderwerp, daarna lees je de eerste (inleiding) en laatste alinea (slot) van de tekst en de eerste en laatste zin van elke alinea (hoofdzaken van een tekst).

Zoekend lezen  -  gebruik je wanneer je naar specifieke informatie op zoek bent.

Slide 9 - Tekstslide

In de inleiding van een tekst kondigt de schrijver het onderwerp van de tekst aan. In het slot wordt vaak een samenvatting en conclusie gegeven. De eerste en laatste zin van een alinea bevatten vaak de belangrijkste informatie uit die alinea.
Leesstrategieën
Intensief lezen  -  als je een tekst helemaal wil begrijpen. Je gaat de tekst helemaal lezen en zo nodig zoek je de betekenis van moeilijke woorden op. 

Kritisch lezen  -  als je wil weten of de informatie betrouwbaar en juist is. Je kunt dan kijken naar wie de tekst geschreven heeft. Ook kun je kijken naar hoe actueel de informatie is, of de auteur onpartijdig tegenover het onderwerp staat en of de feiten ook terugkomen in andere bronnen.

Slide 10 - Tekstslide

Wie is de schrijver?  Is hij een deskundige?

Iemand die voor landelijke nieuwssites schrijft, is deskundig. Iemand die voor wikipedia schrijft niet, want daar kan iedereen wat in uploaden.
Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp:  Het onderwerp vertelt in één of enkele woorden waar de tekst over gaat. 

De hoofdgedachte:  Het onderwerp + de belangrijkste informatie over het onderwerp.


De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag:
Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd?

De hoofdgedachte van de tekst vind je meestal in de eerste en/of de laatste alinea van een tekst.
Heel vaak kan je de hoofdgedachte in één of twee zinnen weergeven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga via Google naar  Socrative
 -  Klik op 'student login' 
 -  Vul in bij 'room name'   ->  willem572
 -  Vul je naam in en je kunt beginnen!




Gebruik je laptop

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies