Een schrijver schrijft een tekst met een doel. Hij wil dat de lezer iets doet met zijn tekst, of dat hij erover nadenkt. De lezers zijn het publiek van de schrijver.
Er zijn verschillende soorten publiek:
- Een breed publiek, bijvoorbeeld alle jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Denk aan teksten in kranten of tijdschriften over een algemeen onderwerp. De lezer weet nog niets of niet veel over het onderwerp.
- Een kleiner publiek dat een bepaald onderwerp interessant vindt, bijvoorbeeld muziekliefhebbers, brugklasleerlingen, autoliefhebbers, meisjes of jongens van 13 jaar. Bij het schrijven van deze teksten gaat de schrijver er vaak van uit dat de lezer al iets over het onderwerp weet.
- Een persoon of een kleine groep personen, bijvoorbeeld een directeur van een bedrijf, een vriend(in) of een mentor.