zwakke werkwoorden verleden tijd

Noem voorbeelden van werkwoorden in de verleden tijd die je al kent
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Noem voorbeelden van werkwoorden in de verleden tijd die je al kent

Slide 1 - Woordweb

Mein Tag gestern
Ich stand um 6.30 h auf. Ich frühstückte Müsli mit Milch um 7:00 h. Dabei hörte ich Spotify. Leider musste ich mich dann beeilen und packte schnell noch meine Schultasche. Ich machte ich mit mit dem Fahrrad auf den Weg zur Schule. Dort hatte ich in der ersten Stunde Deutsch. Ich rannte schnell die Treppe rauf und war pünktlich. Ich machte dort fleißig meine Aufgaben. Um 10 h hatte ich endlich Pause. Meine Freunde freuten sich auch alle auf die Pause. In der Pause spielten wir Fußball. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?

  • Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan:
  1.  zoek de stam (hele werkwoord -en)
  2. om wie gaat het in de zin?
  3. zet de juiste uitgang achter de stam


Hoofdregel verleden tijd: zwakke werkwoord vervoegen

ich mach + te
du mach + test
er/sie/es mach + te
wir mach + ten
ihr mach + tet
sie/Sie mach + ten

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van lernen?
A
lernen
B
lernten
C
lornen
D
liernten

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van regnen?
A
regnen
B
regnet
C
regent
D
regnete

Slide 7 - Quizvraag

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Welke uitgang komt achter de stam in de verleden tijd?
te
ten
test
ten
tet
te

Slide 8 - Sleepvraag

Vul de verleden tijd in:
ich ( baden ) .....

Slide 9 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ich(fragen)

Slide 10 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
du(antworten)

Slide 11 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
der Arzt ( drücken ) .....

Slide 12 - Open vraag

verleden tijd: besuchen
Wir ___ das Museum

Slide 13 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ihr ( antworten ) ...

Slide 14 - Open vraag

verleden tijd: studieren
Du__in Wien

Slide 15 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
er( hören) ....

Slide 16 - Open vraag

Wieviel hast du verstanden?
0100

Slide 17 - Poll

Je kent te vervoegingen van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Je kent ook uitzonderingsregels bij de zwakke werkwoorden in de verleden tijd
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll