Wetenschappelijke revolutie?
In de oudheid:
- weinig experimenten en wantrouwen tegenover waarnemingen
In de renaissance:
- geloof in en ontzag voor de klassieke geleerden uit de oudheid (zoals Aristoteles)
slechts enkelingen, zoals Leonardo da Vinci, voeren experimenten uit
De wetenschap vanaf de 17e eeuw:
nieuwe methoden:- observeren → experimenteren → concluderen
Uitbreiding en verspreiding van de kennis door:
wetenschappelijke tijdschriften
overheden stoppen geld in onderzoek en richten academies op