HC - Verlichting 1650 - 1900 deel 2 blz. 40/41

HC - Verlichting 1650 - 1900 par 1&2


2.1 - Filosoferen over een nieuwe maatschappij
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HC - Verlichting 1650 - 1900 par 1&2


2.1 - Filosoferen over een nieuwe maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
23. het streven van vorsten naar absolute macht;
26. de wetenschappelijke revolutie. 

27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
28. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte
wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
29. uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee
verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme;
30. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap. 
Kenmerkende aspecten bij deze historische context
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / eeuw van de Verlichting/ 18e eeuw;

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
In 1628 publiceert de Engelse bioloog en arts William Harvey zijn werk “De motu cordis” (over de beweging van het hart). Hierin beschrijft hij de experimenten waarmee hij aantoont dat de mens een gesloten bloedsomloop heeft. Over zijn onderzoek schrijft Harvey: Wat ik beschrijf is zo nieuw en nog nooit vermeld, dat door erover te spreken ik niet alleen vrees dat enkelen, maar dat allen zich tegen mij zullen keren. Want zo is de natuur van iedereen: de al geaccepteerde dingen te volgen, zodanig zijn de mensen begrijpelijk onder de indruk van de schrijvers uit de Oudheid. Ik heb herhaaldelijk (…) mijn nieuwe ideeën over de beweging en functie van het hart gepresenteerd in mijn lessen over anatomie. Ik heb ze reeds meer dan negen jaar bewezen door verschillende demonstraties (…) maar nu heb ik ze ook opgeschreven, omdat ik graag de anatomie wil doorgronden, niet alleen uit boeken maar ook door het verrichten van secties.

Gebruik de bron. Twee beweringen:
1 In de tijd van William Harvey is in Engeland de invloed van de renaissance groot.
2 De werkwijze van William Harvey past bij de wetenschappelijke revolutie van zijn tijd.

Toon de juistheid van beide beweringen met deze bron aan. 4p

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Humanisme vs. Wetenschappelijke revolutie/Verlichting
Een humanist is een leraar die klassiek geschoold was in grammatica, welsprekendheid, Poëzie, geschiedenis en filosofie.


Focus op bestaande kennis!
Onderzoekers richten zich op zelf nadenken, waarnemen en experimenteren in plaats van te vertrouwen op reeds bestaande kennis (religieus, klassiek).

Focus op nieuwe kennis!
Humanisten
Verlichtingsdenker
Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Verlichte denkers willen een nieuwe samenleving
Zowel het rationalisme als het empirisme hebben grote invloed op wetenschappers - en dus op de wetenschappelijke revolutie - in Europa. 

Door de boekdrukkunst konden ideeën snel worden verspreid. Wetenschappers lazen elkaars publicaties, en meningen. Ze reageerden op elkaar, verbeterden elkaar, ze vergaarden samen steeds meer kennis.

Hoewel ze het lang niet altijd met elkaar eens waren, nam het geloof dat de mens instaat was de wereld beter te maken toe.  

De Britse natuurkundige Isaac Newton was met zijn onderzoeksmethoden een pionier van de Verlichting.
Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?

Slide 6 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Kerk en vorst verliezen hun autoriteit
Kerkelijke instanties volgden de wetenschappelijke ontwikkelingen met grote argwaan. Veel nieuwe kennis botste met de leerstellingen van de kerk.

Ook andere oorzaken afbrokkelen gezag Kerk:

  • Reformatie leidt mede tot oorlogen (Nederlandse opstand en Dertigjarige oorlog).
  • Samenlevingen werden geterroriseerd door godsdienstig geweld en vervolgingen.

Vorsten en religieuze leiders brachten geen eenheid en vrede, maar waren bron van intolerantie en agressie.

De sterrenkundige Copernicus beweerde als eerste dat niet de zon om de aarde draaide, maar omgekeerd. Met een zelfgemaakte telescoop vond Galilei bewijzen voor die bewering. De geleerden wilden het bewijs niet zien. Ze weigerden door de telescoop te kijken. Zij wilden niet geloven dat de zon het middelpunt van het heelal was. Als Galilei gelijk had, zouden de andere geleerden voor gek staan. En dan zou ook de rest van wat in de bijbel staat, niet waar hoeven zijn.

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
Op zoek naar nieuwe verhouding tot het geloof
De  wetenschappelijke revolutie en de verlichting niet gekenmerkt door antireligieus karakter.

  • Men wilde bewijzen dat God bestond!
  • Daarnaast vond men het de plicht van de mens om de creatie van God te onderzoeken en te leren begrijpen.

God werd meer op afstand gezet. God had de wereld in gang gezet als een klokkenmaker zijn klok. Hij bemoeide zich niet constant met zijn schepping.

Veel vragen omtrent het geloof bleven onbeantwoord.
Ook Descartes was en bleef een christen. Volgens hem was de rede ons door God ingegeven. God is de basis van al onze kennis. Die kun je niet weggooien.

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Van een morele gemeenschap naar een politiek samenlevingsverband
De wetenschappelijke revolutie en de kritiek op de religieuze autoriteiten leidden tot twijfels over de inrichting van de maatschappij.

  • Klopte het heilige, onaantastbare karakter van het koningschap wel?
  • Hadden vorsten en religieus leiders het recht te bepalen wat en hoe het individu moest geloven?

vóór 1700: normen, waarden en deel wetgeving liggen bij de kerk. Kerk heeft duidelijke functie

na 1700: sterkere centralisatie, meer macht bij vorsten. Kerk minder belangrijk. Vorst des te meer.

Verlichters: meningen zijn privé zaak, wetten bepalen kaders, niet de religieuze tradities, gewoonten en de grillen van vorsten
Hoewel verlichters niet per definitie tegen een monarchie waren, waren zij fel gekant tegen het absolutisme. Het absolutisme had vorsten de kans gegeven om te regeren zoals zij wensten. De wet was niet heilig. Denk aan het bekende citaat dat is toegeschreven aan Lodewijk XIV, 'de staat (de wet) dat ben ik'. Van gewetensvrijheid was onder het bewind van een absoluut vorst dan ook meestal geen sprake. Denk bijvoorbeeld aan het lot van de Franse Hugenoten.

Slide 9 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw;
De vooruitgangsgedachte
De wetenschappelijke revolutie had aangetoond dat de techniek van morgen beter kon zijn dan die van gisteren. Men geloofde steeds meer dat ook de maatschappij maakbaar was en verbetert kon worden.

Aan de basis van deze maakbare samenleving stond;
  • opvoeding
  • onderwijs

  • Nieuwe economische theorieën zouden de welvaart doen stijgen.

  • Nieuwe politieke ideeën zouden leiden tot een eerlijker, rechtvaardiger samenleving.

Hoe werd in deze nieuwe maatschappij echter bepaald wat rechtvaardig was, met het verdwijnen van morele autoriteit van kerk en religie? Daar waren verschillende ideeën over.

Slide 10 - Tekstslide

2.1 Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Gedachtegang verlichtingsdenkers

Slide 11 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een heliocentrisch wereldbeeld en een geocentrisch wereldbeeld?

Slide 12 - Open vraag

Waarom is het zo moeilijk voor de Kerk om de nieuwe wetenschappelijke inzichten te aanvaarden?

Slide 13 - Open vraag

Waarom betekenen de godsdienstoorlogen een verlies van autoriteit voor de Kerk?

Slide 14 - Open vraag

Leg uit waarom het zo lastig is voor verlichtingsdenkers om de eigen onderzoeksmethodiek en het geloof met elkaar te combineren en hoe ze dit probleem oplossen.

Slide 15 - Open vraag

Leg uit waarom de wetenschappelijke revolutie en de godsdienstoorlogen gezien kunnen
worden als oorzaken van het ontstaan van de verlichting.

Slide 16 - Open vraag

Noem drie redenen waarom de meeste West-Europese samenlevingen vanaf de zeventiende eeuw geen morele gemeenschap meer kunnen zijn.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de vooruitgangsgedachte?

Slide 18 - Open vraag

Leg het verschil uit tussen een morele samenleving en een politiek samenlevingsverband.

Slide 19 - Open vraag

Leg het begrip secularisatie uit en noem een andere periode in de geschiedenis waarop dit
begrip van toepassing is

Slide 20 - Open vraag