8.5 gedrag bij mensen

8.6 Gedrag bij mensen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.6 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
imponeergedrag

Slide 4 - Quizvraag

Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de leider van de groep
A
Dominant
B
Onderdanig
C
De grootste

Slide 9 - Quizvraag

Leren speelt een grote rol



Gedrag wordt
beïnvloed door normen en waarden
Gedrag bij mensen

Slide 10 - Tekstslide

Aangeboren/aangeleerd
Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag
- wordt bij dieren vaak instinct genoemd
Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 

Slide 11 - Tekstslide

Aangeboren vs aangeleerd gedrag
Aangeboren
Zuigreflex
Gelaatsuitdrukking
Aangeleerd
Geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact zorgt voor sociale ontwikkeling

Slide 12 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 13 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 14 - Tekstslide

Normen en waarden
Deze veranderen met de tijd. 

Slide 15 - Tekstslide

Communicatie
Is bij mensen ver ontwikkeld. 
Uitgebreide taal. 
Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen. 
Gebaren en omgangsvormen

Slide 16 - Tekstslide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 17 - Tekstslide

Je doet wat er van je verwacht wordt. Is dat rolgedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Stel:

De man die de stoel gooit is van beroep
leraar of politieagent
A
dit is rolgedrag
B
dit is geen rolgedrag
C
je kunt dat niet zeggen

Slide 19 - Quizvraag

Sleutelprikkels en supranormale prikels
Wanneer super wordt overdreven = supranormaleprikkel

Slide 20 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt

Slide 21 - Tekstslide

Sleutelprikkels 
Supranormale prikkels
Rond gezicht
Bolle wangen
Hoog voorhoofd
Grote ogen
Wipneus
Kleine mond
Groot hoofd
Mollig lichaam

Slide 22 - Tekstslide

Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag

- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen

- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden


Menselijk en dierlijk gedrag

Slide 23 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
8.6 Gedrag bij mensen

Slide 24 - Tekstslide