8.6 gedrag bij mensen

8.5 Gedrag bij mensen
8.6 Gedrag bij mensen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.5 Gedrag bij mensen
8.6 Gedrag bij mensen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dit voor gedrag ?

A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 2 - Quizvraag

Wat is dit voor
gedrag?
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag

Slide 5 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 6 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de leider van de groep?
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 8 - Quizvraag

Taakverdeling

Slide 9 - Tekstslide

Taakverdeling

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • Leren speelt een grote rol
  • Gedrag wordt beïnvloed door normen en waarden



Gedrag bij mensen

Slide 13 - Tekstslide

Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag. 
Dit wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren.
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 
Aangeboren & aangeleerd

Slide 14 - Tekstslide

Aangeboren vs aangeleerd gedrag
Aangeboren
  • Zuigreflex
  • Gelaatsuitdrukking

Aangeleerd
Geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact zorgt voor sociale ontwikkeling

Slide 15 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 16 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.

Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.
Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 17 - Tekstslide

Normen en waarden
Deze veranderen met de tijd. 

Slide 18 - Tekstslide

Communicatie
  • Is bij mensen ver ontwikkeld. 
  • Uitgebreide taal. 
  • Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen. 
  • Gebaren en omgangsvormen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Wanneer super wordt overdreven = supranormaleprikkel

Slide 23 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel -> een prikkel die een vaste reactie veroorzaakt

Slide 24 - Tekstslide

Sleutelprikkels 
Supranormale prikkels
Rond gezicht
Bolle wangen
Hoog voorhoofd
Grote ogen
Wipneus
Kleine mond
Groot hoofd
Mollig lichaam

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag

- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen

- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden


Menselijk en dierlijk gedrag

Slide 27 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
Maak de opdrachten van 8.6 Gedrag bij mensen

Slide 28 - Tekstslide