p03Aextraoef2021ps

Diagnostische toets!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische toets!

Slide 1 - Tekstslide

In deze les...
Extra oefening voor pw les 3A!
1. Inhoudsvragen
2. Grammaticale vragen
3. Vertaling

Slide 2 - Tekstslide

1. Inhoudsvragen

Slide 3 - Tekstslide

Herakles was de zoon van Zeus en ...
A
Alkmene
B
Hera
C
Latona
D
Pallas Athena

Slide 4 - Quizvraag

Herakles komt uit ...
A
Athene
B
Kreta
C
Mykene
D
Thebe

Slide 5 - Quizvraag

In een vlaag van waanzin doodde Herakles zijn vrouw en kinderen. Voor straf werd hij de slaaf van ...
A
Dionysos
B
Eurystheus
C
Hera
D
Amphitryon

Slide 6 - Quizvraag

Herakles moest een aantal taken vervullen om boete te doen, 'de werken van Herakles'. Hoeveel taken liet Eurystheus hem vervullen?
A
7
B
10
C
12
D
100

Slide 7 - Quizvraag

2. Grammaticale vragen

Slide 8 - Tekstslide

Determineer de volgende naamwoorden (naamval, getal, geslacht) 

Slide 9 - Tekstslide


τούς ἀνθρώπους
A
acc. M ev
B
acc. M mv
C
acc O mv
D
nom M mv

Slide 10 - Quizvraag


ὁ δέσποτης
A
nom M ev
B
nom V ev
C
nom O ev
D
gen V ev

Slide 11 - Quizvraag

Vul in:
Ὁ θεος .................... οὐκ ἔχει
A
φοβος
B
φοβον

Slide 12 - Quizvraag

Vul in:
Οἱ θεοὶ ἄνθρωποι οὐκ ............
A
ἐστιν
B
εἰσιν

Slide 13 - Quizvraag

De accusativus enkelvoud van ἡ χωρα is:
A
την χωρην
B
την χωραν
C
ταν χωρην
D
ταν χωραν

Slide 14 - Quizvraag

του is
A
acc M ev
B
gen. M ev
C
acc M + O ev
D
gen M + O ev

Slide 15 - Quizvraag

οὑτος spreek je uit als
A
hoetos
B
houtos
C
oetos
D
outos

Slide 16 - Quizvraag

ψ is de letter
A
chi
B
ksi
C
phi
D
psi

Slide 17 - Quizvraag

ξ is de letter
A
chi
B
ksi
C
phi
D
psi

Slide 18 - Quizvraag

; is het griekse teken voor een
A
punt-komma
B
dubbele punt
C
uitroepteken
D
vraagteken

Slide 19 - Quizvraag

3. Vertaling

Slide 20 - Tekstslide

Vertaal:
Ὁ δοῦλος οἰκεῖ Νεμέαν.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal:
Θεός οὐκ ἔστιν ἄνθρωπος.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:
Οἱ ἄνθρωποι ἔχουσι φόβον· ἡ χώρα ἔχει θηρία.
τὸ θηρίον = het wilde dier

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:
Ὁ δ' Ἡρακλῆς πνίγει τὰ θηρία!
πνίγει = hij/zij/het wurgt

Slide 24 - Open vraag