Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling werkwoorden (pvtt en pvvt)
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
Slide 1 - Tekstslide
:
Goede spelling
Goede inhoud
Goede opbouw
Goede toon
Goede zinnen
Goede lay-out (opmaak, hoe de tekst eruit ziet?
De 6 kenmerken van een goede tekst
Deze les werken we aan:
Slide 2 - Tekstslide
persoonsvorm tegenwoordige tijd
rijden
ik ... / ... jij/je
ik-vorm
rijd
hij/zij/het/jij/je ...
ik-vorm + t
rijdt
wij/jullie ...
hele werkwoord
rijden
Slide 3 - Tekstslide
Je ... nooit wat ik gedaan heb.
A
raad
B
raadt
Slide 4 - Quizvraag
Meneer Frans ... van pannenkoek met appel.
A
houd
B
houdt
Slide 5 - Quizvraag
Volgend jaar ... ik 13 jaar.
A
word
B
wordt
Slide 6 - Quizvraag
... jij deze school ook zo leuk?
A
vind
B
vindt
Slide 7 - Quizvraag
De klas ... Anke met complimentjes.
A
overlaad
B
overlaadt
Slide 8 - Quizvraag
persoonsvorm verleden tijd zwak
t x k f s c h p
blussen
enkelvoud
ik-vorm + te / de
bluste
meervoud
ik-vorm + ten / den
blusten
Slide 9 - Tekstslide
De gevangene ... uit de gevangenis.
A
ontsnapte
B
ontsnaptte
C
ontsnapde
D
ontsnapdde
Slide 10 - Quizvraag
Ik ... op de trein van 9.00 uur.
A
wachte
B
wachtte
C
wachtde
Slide 11 - Quizvraag
Hij ... de foto van zijn hond.
A
vergrote
B
vergrotte
C
vergrootte
D
vergrootten
Slide 12 - Quizvraag
Mijn moeder ... het beslag.
A
mixte
B
mixde
C
mixtte
D
mixdde
Slide 13 - Quizvraag
De ministers ... de hele nacht over de beslissing.
A
dubde
B
dubden
C
dubte
D
dubten
Slide 14 - Quizvraag
persoonsvorm verleden tijd sterk
De klank verandert in de verleden tijd.
Schrijf het zo kort en eenvoudig mogelijk.
De persoonsvorm verleden tijd eindigt nooit op dt.
Slide 15 - Tekstslide
(slapen)
Ik ... in mijn nieuwe bed.
Slide 16 - Open vraag
Mijn broer ... veel te hard.
A
reed
B
reedt
Slide 17 - Quizvraag
(zien) We ... een mooie auto.
Slide 18 - Open vraag
De leeuw ... het hert.
A
verslond
B
verslondt
Slide 19 - Quizvraag
pvtt en pvvt door elkaar
Kijk goed naar de zin
Slide 20 - Tekstslide
... je broer morgen in zijn nieuwe auto?
A
rijd
B
rijdt
C
reed
D
reedt
Slide 21 - Quizvraag
Je ... op dit moment steeds van mening.
A
verandert
B
veranderd
C
veranderde
D
veranderdde
Slide 22 - Quizvraag
Wat ... hier allemaal?
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 23 - Quizvraag
Ik ... de vraag gisteren correct.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoordde
D
beantwoorden
Slide 24 - Quizvraag
Hij ... in 2000 een leuk verhaal.
A
vertelt
B
verteld
C
vertelde
D
verteldde
Slide 25 - Quizvraag
Een jongen (staren) voor zich uit.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
Slide 26 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik (worden) ... morgen veertien jaar.
Slide 27 - Open vraag
Oefenen - Persoonsvorm verleden tijd
(Zitten) Er ... net vogelpoep op mijn autoruit.
Slide 28 - Open vraag
Vul de juiste persoonsvorm (verleden tijd) in:
De dief ... (vluchten) snel naar buiten.
Slide 29 - Open vraag
Persoonsvorm verleden tijd:
Simon en Kaja ... (geven) elkaar een hand.
Slide 30 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?
Slide 31 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(verbeelden) Dat ... jij je maar.
Slide 32 - Open vraag
Persoonsvorm verleden tijd
Ik … (verbazen) me over de wilskracht van het verlegen meisje.
Slide 33 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) Het ... wel spannend.
Slide 34 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(verkleden) ... je collega zich ook?
Slide 35 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) ... u daar vaak over gebeld?
Slide 36 - Open vraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.
Slide 37 - Open vraag
Persoonsvorm verleden tijd.
De vliegtuigen ... (landen) net op tijd.
Slide 38 - Open vraag
Persoonsvorm verleden tijd.
Vorig jaar ... (verhuizen) hij naar Hoorn.
Slide 39 - Open vraag
Persoonsvorm verleden tijd.
De honden …. (blaffen) heel hard tijdens de onweersbui.
Slide 40 - Open vraag
Wat zijn de regels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Slide 41 - Open vraag
Vul de persoonsvorm verleden tijd in: De chauffeur (laden) de kisten in de vrachtauto
Slide 42 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Flexles klas 1: Verleden tijd sterke werkwoorden, tegenwoordige tijd, verleden tijd
Mei 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 7 Spelling §11 PV-VT sterke werkwoorden
Juli 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Schrijven 1 les 5 Blink
Maart 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 / HV1_Werkwoordspelling uitleg n.a.v. proeftoets
Januari 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Persoonsvorm en voltooid deelwoord in enkelvoudige zinnen
1 maand geleden
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Spelling werkwoorden (pvtt en pvvt)
Maart 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling
Mei 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Spelling werkwoorden (pvtt en pvvt)
Januari 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1