Psychopathologie

Psychopathologie


= ziekteleer van het psychisch functioneren






1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Psychopathologie


= ziekteleer van het psychisch functioneren






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychopathologie 
'' leer die zich bezig houdt met ziekten van de geest ''
  • Psychiatrische aandoeningen worden meestal pas zichtbaar wanneer je met mensen spreekt of hun gedrag waarneemt. 
  • Ziekteverschijnselen die bij een psychiatrische ziekte horen, worden ook wel symptomen genoemd. 
  • Wanneer je naar een zorgvrager met een psychiatrische aandoening kijkt, kan het ingewikkeld zijn om te bepalen welk gedrag door de psychopathologie wordt veroorzaakt en welk gedrag niet.
  • Heeft het gedrag te maken met bijvoorbeeld de aard van de ziekte of wordt het gedrag ook door het karakter van de zorgvrager bepaald?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressie en psychomotoriek
  • alle bewegingen die iemand laat zien zijn een uitdrukking van zijn psychische gesteldheid 
  • non-verbaal = lichaamshouding, beweging en mimiek
  • verbaal = manier van spreken

Slide 5 - Tekstslide

overactiviteit = 
  1. overdreven snelheid
  2. niet doelgericht handelen
  3. extreme vorm van opwinding (agitatie)
onderactiviteit =
  1. vertraagde, geringe of afwezige beweging
  2. bewegingsremming = iemand wil iets maar er is "tegenkracht" die hem hiervan weerhoudt
dysactiviteit = alle stoornissen in de motoriek
bepaalde houdingen en bewegingen met een repeterend karakter
  1. rituele handelingen
  2. bizarre houdingen 
  3. grimassen


  1. versneld zijn(woordenvloed)
  2. vertraagd (langzaam of moeizaam)
  3. gedeeltelijk geremd (stotteren, hortend en stotend spreken)
  4. volledig geblokkeerd (mutisme)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • onnodig breedsprakig
  • overdreven gedetailleerd
  • overmatig gestileerd 
  • perseveratie = voortdurend herhalen van dezelfde zinnen of woorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijn
toestand waarin we besef hebben van onszelf en onze omgeving

  1. stoornissen in helderheid
  2. stoornissen in aandacht
  3. stoornissen in oriëntatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornissen in helderheid
  • beneveling  
  • somnolentie
  • sopor
  • subcoma
  • coma 

Slide 10 - Tekstslide

beneveling = suf, wazig
somnolentie = slaperig, moeite doen om wakker te blijven
sopor = slaaptoestand reageert op sterke prikkel
subcoma = bewustzijnsverlies, reageert licht op pijnprikkel, niet wekbaar
coma  = hoogste graad van bewustzijnsverlies, geen reactie op pijnprikkel
Stoornissen in aandacht
  1. verhoogde aandacht = treed vooral op bij angst
  2. verminderde  aandacht = bij een toestand van verlaagd bewustzijn                bij normaal bewustzijn bij dagdromen, verstrooidheid concentratieproblemen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoornis ion oriëntatie
  • tijd
  • plaats
  • persoon 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeleving
De mens beseft dat hij bestaat, dat hij lijkt op andere mensen maar zich van hen onderscheid
Verstoring = depersonalisatie = zelfvervreemding

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • wilen en verlangen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarneming
wordt bepaald door:
  • het eigen denken
  • het gevoelsleven
  • het groepsoordeel

Slide 16 - Tekstslide

het eigen denken = referentiekader = gedachten, ervaringen en herinneringen

het gevoelsleven = emotioneel gekleurd, waarneming is subjectief, jou versie

het groepsoordeel = mensen laten zich bij een waarneming leiden door het groepsoordeel
Waarneming
2 stoornissen
  • illusies
  • hallucinaties

Slide 17 - Tekstslide

objectief waarnemen kan niet

illusie = verkeerde uitleg van zintuigelijke gegevens = corrigeerbaar

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hallucinaties
niet corrigeerbaar
  • akoestische hallucinatie
  • optische hallucinatie
  • olfactorische hallucinatie
  • gustatorische hallucinatie
  • haptische hallucinatie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denken
  • vorm en beloop 
  • inhoud
  • intelligentieniveau
  • geheugen

Slide 21 - Tekstslide

vorm en beloop = de manier waarop iemand denkt

inhoud = wat iemand denkt

intelligentieniveau = verstandelijke beperking de manier waarop iemand tot zelfinzicht kan komen manier van contact maken en relaties met anderen

geheugen = inprenten, behouden en oproepen
geheugen
Vorm en beloop 
  • formele denkstoornis 
  • verwardheid 
  • neologismen  
  • concretisch denken

Slide 22 - Tekstslide

formele denkstoornis = te langzaam of te snel
verwardheid = de gedachten zijn niet meer te volgen
neologismen = eigengemaakte woorden
concretisch denken = figuurlijk bedoelde omschrijving letterlijk nemen
verwardheid = waan
onjuiste opvatting
  • in strijd met de objectieve realiteit
  • wordt als absolute zekerheid beschouwd
  • niet door ervaring of eigen logica te beïnvloeden

Slide 23 - Tekstslide

formele denkstoornis = te langzaam of te snel
verwardheid = de gedachten zijn niet meer te volgen
neologismen = eigengemaakte woorden
concretisch denken = figuurlijk bedoelde omschrijving letterlijk nemen
Geheugen
  • Inprenten  (registratie)
  • behouden (retentie)
  • oproepen (reproductie)

Organische stoornis
Psychische stoornis

Slide 24 - Tekstslide

vorm en beloop = de manier waarop iemand denkt

inhoud = wat iemand denkt

intelligentieniveau = verstandelijke beperking de manier waarop iemand tot zelfinzicht kan komen manier van contact maken en relaties met anderen

geheugen = inprenten, behouden en oproepen
geheugen

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanen
  • grootheidswaan                       
  • schuld- en zondewaan           
  • hypochondrische waan
  • paranoïde waan
  • jaloersheidswaan

  • betrekkingswaan
  • erotische betrekkingswaan
  • beïnvloedingswaan

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • wilen en verlangen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelsleven = onze stemming


  • stemmingsstoornis = abnormale neerslachtigheid of opgewektheid
  • depressieve stemming = abnormale somberheid of lusteloosheid
  • manische stemming = abnormale vrolijkheid, overenthousiasme en prikkelbaarheid

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

affectstoornissen= mate van gevoeligheid van emoties is gestoord
affectlabiliteit = sterke schommelingen
affectincontinentie = onbeheerst uiten van gevoelens

affectafvlakking = gevoelsarmoede
anhedonie = niet in staat zijn om plezier te ervaren

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • wilen en verlangen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

             Willen en verlangen =            het doelbewust nastreven van een bepaalde handeling of situatie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoornissen in de wil
  • remming
  • ontremming of impulsiviteit
  • drang of dwang 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangstoornis
Dwanggedachten (obsessie)
Dwanghandelingen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies