Psychische functies

Wat zijn de psychische functies?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn de psychische functies?

Slide 1 - Open vraag

  • Expressie en psychomotoriek
  • Bewustzijn
  • Zelfbeleving
  • Waarneming
  • Denken
  • Gevoelsleven
  • Willen en verlangen
Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn gradaties in bewustzijn. Wanneer je iemand alleen met heel hard roepen wakker krijgt noemen we dat?
A
subcoma
B
sopor
C
coma
D
beneveling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wij vroeger 'hypochondrie' noemden, noemen wij nu
A
Somatisch-symptoomstoornis
B
Depersonalisatie
C
Ziekteangststoornis
D
Dissociatief geheugenverlies

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie: tijdens een paniekaanval kan iemand last krijgen van derealisatie.

Vraag: wat is derealisatie
A
het gevoel hebben dat je niet jezelf bent
B
het gevoel hebben dat de wereld niet echt is
C
de angst hebben om gek te worden
D
bang zijn om een nieuwe paniekaanval te ontwikkelen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand regelmatig een gaslucht door de gaatjes in de muur ruikt, terwijl dit niet mogelijk kan zijn, spreek je van een olfactorische hallucinatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheidsstoornis

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een ander woord voor obsessieve compulsieve stoornis.
A
angststoornis
B
dwangstoornis
C
bipolaire stoornis
D
persoonlijkheidstoornis

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de eetstoornis 'orthorexia'?
A
Obsessief gezond eten
B
Spieren krijgen/behouden is een obsessie
C
Obsessief sporten
D
Alle drie zijn juist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfregulatie van affect/emotieregulatie
A
Het vermogen om na te denken voor je iets doet.
B
Het vermogen om informatie in het geheugen vast te houden tijdens de uitvoering van complexe taken.
C
Het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren.
D
Het vermogen om de aandacht erbij te houden, ondanks afleidingen, vermoeidheid of verveling.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

''Onderweg naar mijn werk heb ik alle herfstbladen opgeraapt.''
Welk ziektebeeld is dit?

A
Obsessief compulsieve stoornis
B
Depressieve stemmingsstoornis
C
Paniekstoornis
D
Bipolaire stoornis

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Obsessief-compulsieve stoornis (OCS) kenmerkt zich door:
A
dwanghandelingen
B
herbeleven ingrijpende gebeurtenis
C
bepaalde vrees, bv examenvrees
D
hyperventilatie

Slide 13 - Quizvraag


B= PTSS
C=fobieën
D=paniekstoornis

Stelling 4:
Een symptoom van een depressieve stemmingsstoornis is dat de cliënt geremd is en trager denkt en beweegt.



A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie is een stemmingsstoornis
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het als mensen herhaaldelijk en langdurig nadenkt over zijn/haar gevoelens?
A
rumineren
B
dwanggedachtes
C
obsessief gedrag
D
depressie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vakterm hoort niet bij een depressie
A
Dysthymie
B
Anhedonie
C
Dysforie
D
Hypomanie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van sterk verdrietig naar heel erg opgewekt noemen we
A
affectlabiliteit
B
anhedonie
C
euforie
D
bipolair

Slide 18 - Quizvraag

Affectlabiliteit zijn sterke stemmingsschommelingen.
Anhedonie is algeheel interesseverlies en geen plezier beleven.
Euforie is het tegenovergestelde van anhedonie.
Neuronen zijn belangrijke stoffen die een rol lijken te spelen in het ontstaan van psychische stoornissen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bewustzijn, aandacht orientatie denken zijn voorbeelden van:
A
conatieve functies
B
affectieve functies
C
cognitiefve functies
D
competatieve functies

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij gelukkig zijn als je lijdt aan psychische stoornissen?
A
JA
B
NEE

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 7 psychische functies bij de functionele psychopathologie.
Wat hoort er bij stoornissen in de expressie en psychomotoriek?

A
A. Stoornissen in helderheid.
B
Stoornissen in oriëntatie.
C
Overactiviteit en onderactiviteit.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies