les 2: werkwoordspelling pv vt sterke en zwakke ww

regels
  • Begin met een lach
    + zeg vriendelijk gedag 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Telefoon in je tas
  • Doe je jas uit
  • Pak je boeken + schrift uit je tas
  • De belangrijkste regel: respecteer elkaar 
  • Let op: alle opgaven die je in de les al hebt gemaakt, hoef je thuis niet meer te doen (= geen huiswerk) 

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

regels
  • Begin met een lach
    + zeg vriendelijk gedag 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Telefoon in je tas
  • Doe je jas uit
  • Pak je boeken + schrift uit je tas
  • De belangrijkste regel: respecteer elkaar 
  • Let op: alle opgaven die je in de les al hebt gemaakt, hoef je thuis niet meer te doen (= geen huiswerk) 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
de regel van de persoonsvorm 
tegenwoordige tijd en verleden tijd kennen

Slide 3 - Tekstslide

Les 16 november 2020
boekpromoties (Marius/Julie)
oefenen in LessonUp
stukje uitleg
samen (klassikaal): 2+3 op blz 85
zelf (individueel): 1

Slide 4 - Tekstslide

Boekpromoties

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Les 16 november 2020
boekpromoties
oefenen in LessonUp
stukje uitleg
samen (klassikaal): 2+3 op blz 85
zelf (individueel): 1

Slide 7 - Tekstslide

Ik ..... (vinden) school stom
A
vind
B
vindt

Slide 8 - Quizvraag

Simon ..... (vinden) school stom
A
vind
B
vindt

Slide 9 - Quizvraag

regel?
wij: hele werkwoord
Ik: ik-vorm
Simon: ik-vorm + t

Slide 10 - Tekstslide

regel
wij: vinden
Ik: vind
Simon: vindt

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

welke tijden ken je nog meer?

Slide 13 - Woordweb

vier tijden

Slide 14 - Tekstslide

wat voor soort werkwoorden ken je?

Slide 15 - Woordweb

soorten werkwoorden
sterke = klankveranderend = 
lopen-liepen/zitten-zaten/drinken-dronken/etc

zwakke = klank blijft hetzelfde =
werken/fietsen/praten/halen/branden/koken/etc

Slide 16 - Tekstslide

soorten werkwoorden
  • sterke = t.t.: zie schema / v.t.: uit je hoofd leren
  • zwakke = zie schema

Slide 17 - Tekstslide

zwakke ww'en ('werken')

Slide 18 - Woordweb

sterke ww'en ('zwemmen')

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Les 16 november 2020
boekpromoties
oefenen in LessonUp
stukje uitleg
samen (klassikaal): 2+3 op blz 85
zelf (individueel): 1

Slide 22 - Tekstslide

nakijken

Slide 23 - Tekstslide

Les 16 november 2020
boekpromoties
oefenen in LessonUp
stukje uitleg
samen (klassikaal): 2+3 op blz 85
zelf (individueel): 1

Slide 24 - Tekstslide

Les 16 november 2020
afsluiten

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de regel voor de tegenwoordige tijd?
A
stam, stam+t, stam+en
B
bij 't-ex-kofschip te of ten
C
ik-vorm, ik-vorm+t, hele ww
D
ge + hele ww + d of t

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de regel voor de verleden tijd?
A
stam, stam +t, stam +en
B
bij 't-ex-kofschip te of ten
C
ik-vorm, ik-vorm+t, hele ww
D
ge + hele ww + d of t

Slide 27 - Quizvraag