Schrijfstijl 5-6

Welkom dh4!
Deze les:
Terugblik
Laatste stijlstrategieën
Aan de slag

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom dh4!
Deze les:
Terugblik
Laatste stijlstrategieën
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Stijlstrategie 5 'afwisselende zinnen' en 6 'duidelijke zinnen'

Tips
- Maak zinnen niet te lang en combineer enkelvoudige en samengestelde zinnen
- Gebruik signaalwoorden en voegwoorden om alinea's/zinnen te verbinden
- Als zinnen te lang zijn: in stukken hakken, herschrijven, moeilijke formuleringen of overbodige woorden weglaten

Slide 2 - Tekstslide

Opvallende stijl
inzetten van stijlfiguren
tekst mooier, opvallender, spannender

stijlstrategie 7 'korte zinnen' en 8 'alliteratie' (rijm)

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren
stijl eist aandacht op; willen opvallen (minder in zakelijke teksten)

dubbele werking: inhoud overbrengen en aandacht op de taal

aan het denken zetten, mooi klinken, grappig zijn






Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren

in zakelijke teksten korte zinnen en ellipsen als afsluiting

einde betoog
Kortom de kantine kan voortaan zonder cola.
Mijn conclusie: de mobiel moet in de kluis.

Slide 5 - Tekstslide

Stijlfiguren
woordspelingen soms in titels en krantenkoppen (dubbelzinnigheid)

Buschauffeur rijdt dronken kinderen rond.
Twents ziekenhuis snijdt in eigen personeel. 

Slide 6 - Tekstslide

Lastigere stijlfiguren
eufemisme: verzachtende uitdrukking om iets pijnlijks of gênants niet te noemen 
sterven - hij is heengegaan 

dysfemisme: opzettelijk harde en grove woorden 
Ik word er kotsmisselijk van.

hyperbool: overdrijvingen (niet in zakelijke teksten) 
Ik kijk mijn ogen uit.

Slide 7 - Tekstslide

Hij moet echt opsodemieteren.
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
hyperbool

Slide 8 - Quizvraag

Vannacht was er een ongewenste bezoeker in huis die spullen mee heeft genomen.
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
hyperbool

Slide 9 - Quizvraag

Het heeft eeuwen geduurd voor we ons cijfer kregen.
A
eufemisme
B
dysfemisme
C
hyperbool

Slide 10 - Quizvraag

Lastige stijlfiguren
pleonasme: overbodige toevoeging -> eigenschap benadrukken
Niet: natte regen        Wel: pasgeboren baby 

tautologie: iets wordt 2 keer gezegd -> nadruk (minder in zakelijke teksten)
never nooit niet 

alliteratie: rijm of herhaling beginletters -> krachtig effect (titels, krantenkop, afsluiting zakelijke teksten)
Knappe koppen werken aan kernfusie (atoomtechnici werken aan kernfusie)

Slide 11 - Tekstslide

Lotje leerde Liesje lopen langs de lange Lindelaan.
A
pleonasme
B
tautologie
C
alliteratie

Slide 12 - Quizvraag

Er ligt witte sneeuw buiten.
A
pleonasme
B
tautologie
C
alliteratie

Slide 13 - Quizvraag

Dat heeft vast en zeker lang geduurd.
A
pleonasme
B
tautologie
C
alliteratie

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag: weektaak
Ga naar hoofdstuk 5
Keuze-opdracht: maak opdracht 4 OF opdracht 5  blz. 42/45

Eerder klaar? 
Maak de vorige opdrachten af (zie Magister)
Welk boek ga je lezen voor boekopdracht 2 BookTok? 
-> invullen op Classroom

Slide 15 - Tekstslide

Welkom dh4!
Deze les:
Terugblik
Laatste stijlstrategie
Aan de slag
Denk aan: boek kiezen en lezen voor BookTok-opdracht (2 april 23.59u)

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik
Stijlfiguren

Waarom?
Wanneer?
Welke?

Slide 17 - Tekstslide

Duo-opdracht
Welk stijlfiguur past bij het voorbeeld? (alle stijlfiguren één keer, zie boek/aantekeningen)

1. Hij is aan de schijterij. 
2. Machtige Memphis redt Manchester.
3. Ik word knotsknettergek van mijn zeurende moeder.
4. De buurman maait het groene gras.
5. De oude vrouw is eenzaam en alleen.
6. Iemand heeft iets geleend, maar komt het niet meer terugbrengen.
7. Vegetariërs met ijzertekort snijden in eigen vlees.
8. (Wanneer kun je me dat laten weten?) Morgen.

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden duo-opdracht
1. dyfemisme
2. alliteratie
3. hyperbool
4. pleonasme
5. tautologie
6. eufemisme
7. woordspeling
8. ellips

Slide 19 - Tekstslide

Laatste stijlstrategie
Leerdoel: Ik kan gebruikmaken van intensiveerders.

inhoud/stijl krachtiger, opvallender en soms duidelijker maken

veelal in columns -> doel: informeren én amuseren

versterken of juist verzwakken van argumenten in betogen

Slide 20 - Tekstslide

Intesiveerders
Een film vind je na afloop niet ontroerend maar hartverscheurend.

Frenkie de Jong is niet gewoon een talentvolle voetballer maar een sensatie die maar eens in de zoveel jaar op de Nederlandse velden is te bewonderen.

Op de achterkant vaneen kookboek staat niet 'dit is een nuttig boek', maar er staat: 'dit kookboek mag in geen enkele keuken ontbreken'.
 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar blz. 48-51
Keuze-opdracht: maak opdracht 6-3 OF opdracht 6-4 blz. 48-51.

Eerder klaar?
Maak opdracht 4 of 5 van hoofdstuk 5 af (blz. 42-45)

Let op: deze opdrachten én de andere opdrachten uit eerdere hoofdstukken zijn dinsdag af (zie Magister dinsdag 14 mrt)

Slide 22 - Tekstslide