jongeren vrijdag 28 februari 2025

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

vrijdag 28 februari

9.00-10.30

1. Taken
2. Voorbereiden debat:      blz 107 en 108 TC B1 en extra oefeningen 

10.45-12.00

1. Het ballondebat

2. kwis carnaval 

Taken:

groep 1: thema 7 taak 1 en toets thema 6 

groep 2: thema 11 taak 1

groep 3: thema 13 taak 2

groep 4:Via vooraf

                                    Ballondebat

Ballondebat

Wie mag in de luchtballon blijven?

lesdoelen:

• Je kunt je mening geven.
•  Je kunt argumenten geven.
• Je kunt het publiek overtuigen.
• Je kunt luisteren naar de ander en reageren.

Situatie

Er hangt een luchtballon met 5 bekende personen in de lucht. Er is een probleem: het gas is bijna op en de luchtballon is veel te zwaar. 

Vier ballonvaarders zullen uit de ballon moeten springen. Er kan maar 1 persoon in de ballon blijven en overleven.

Maar wie? 

Ballondebat werkwijze:

1. Ronde 1: Vijf belangrijke personen zitten in een luchtballon en vertellen in één minuut waarom de wereld niet zonder hen kan en waarom juist zij in de luchtballon moeten blijven. 
2. Stemming: 2 personages worden uit de ballon gestemd.
3. Ronde 2: Drie belangrijke personen zitten nu nog in de luchtballon. Zij speechen waarom één van de anderen uit de ballon moet en de wereld makkelijk zónder hen kan.
4. Stemmen: Wie mag in de ballon blijven? 

1. Wie ben je?

• Je kunt kiezen uit veel verschillende bekende personages (uit de geschiedenis) zoals bijvoorbeeld:  wetenschappers, politici, leden van het koninklijk huis, acteurs/actrices, sporters etc. 

2. Voorbereiding

Bedenk zoveel mogelijk argumenten waarom jij (jouw bekende persoon) niet overboord moet. Gebruik zoveel mogelijk AUB (Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld)

Je hebt 5 minuten om deze persoon samen  voor te bereiden. Je mag de persoon ook even googelen. 

3. Debatteer

De vijf bekende personen komen in de ‘luchtballon’ staan: 

• Ieder houdt zijn speech van 1 minuut. Waarom ben ik onmisbaar? 
• Geef goede argumenten.
• De anderen luisteren aandachtig, maak eventueel aantekeningen. 
  

Ronde 1

5 x 1 minuut!

Stemming na ronde 1:

Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de  ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages! 

De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus 

Welke ballonvaarder moet uit de ballon?

nummer 1

nummer 2

nummer 3

nummer 4

nummer 5

Ronde 2 

De drie overgebleven ballonvaarders krijgen vijf minuten om hun speech voor te bereiden:

waarom moeten de ándere personages uit de ballon? Waarom kan de wereld prima zonder hen?

De spreektijd is wederom één minuut per ballonvaarder. In deze ronde moeten de ballonvaarders dus uitleggen waarom de ándere personages uit de ballon zouden moeten.

Ronde 2

5 x 1 minuut!

Stemming na ronde 2:

Het publiek mag nu stemmen. Iedereen uit het publiek heeft twee stemmen en stemt op de personages die hij/zij uit de ballon wil hebben; iedereen stemt dus op twee verschillende personages!  

De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas.

Wie moet in de ballon blijven?

nummer 1

nummer 2

nummer 3

Nabespreken:

Applaus voor de winnaar!

Wat heb jij geleerd?

De les was...

😒🙁😐🙂😃