Tangens, zijdes leren

Tangens introductie
Doel: Vandaag weet iedereen wat een rechthoekige driehoek is & wat overstaande - , rechtehoek- en schuine zijdes zijn. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tangens introductie
Doel: Vandaag weet iedereen wat een rechthoekige driehoek is & wat overstaande - , rechtehoek- en schuine zijdes zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek
schuine zijde
(altijd tegenover de rechte hoek)
rechthoekszijde
rechthoekszijde

Slide 2 - Tekstslide

Is dit een rechthoekige driehoek?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Is dit een rechthoekige driehoek?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een rechthoekige driehoek.
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is dit een rechthoekige driehoek?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een rechthoekige driehoek?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Kan dit een rechthoekige driehoek zijn?
A
ja, want dat kun je zien
B
Nee, want er is geen schuine zijde
C
ja, maar ter controle moet je een werkschema maken
D
ja, want alle zijdes zijn al voor je uitgerekend

Slide 8 - Quizvraag

Is dit een rechthoekige driehoek?
A
Nee want er staat geen vierkantje in
B
Nee want de RHZ-kwadraten opgeteld zijn niet 36
C
ja, maar ter controle moet je een werkschema maken
D
ja, want alle zijdes zijn al voor je uitgerekend

Slide 9 - Quizvraag

Een rechthoekige driehoek heeft:
A
Twee rechte hoeken en één stompe hoek.
B
Heeft twee scherpe hoeken en één rechte hoek.
C
Heeft drie rechte hoeken.

Slide 10 - Quizvraag

Zijden
Vanuit hoek C:
BC schuine zijde 
AC aanliggende zijde 
AB overstaande zijde

schuine zijde
overstaande zijde
aanliggende zijde
A
B
C

Slide 11 - Tekstslide

Dit moet je uit je hoofd leren:
Vanuit LA
langste zijde
overstaande zijde
aanliggende zijde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

C
A
B
vanuit LC : 
AB is de overstaande zijde, 
AC is de aanliggende zijde
vanuit LB 
AC is de overstaande zijde, 
AB is de aanliggende zijde
BC is altijd de schuine zijde 
(tegenover de rechte hoek)

Slide 14 - Tekstslide


Vanuit ∠P, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 15 - Quizvraag

Mijn overstaande zijde is:
A
Zijde EF
B
Hoek F
C
Zijde FG
D
Zijde EG

Slide 16 - Quizvraag

Welke zijde is de overstaande zijde van hoek P
A
PR
B
PQ
C
QR
D
RP

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de overstaande zijde van hoek A?
A
AC
B
AB
C
BC
D
Geen van de zijde

Slide 18 - Quizvraag


Vanuit ∠ Q, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de overerstaande zijde en wat is de aanliggende zijde. (Hoek L is gegeven)
A
o:KM a: ML
B
o: ML a: KL
C
o: MK a: KL
D
o: LM a: KM

Slide 20 - Quizvraag


Vanuit ∠ Q, wat is de 
aanliggende zijde?
aanliggende zijde hoek Q
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 21 - Quizvraag

De aanliggende zijde vanuit hoek A is niet de langste en ook niet tegenoverstaande. Welke is de aanliggende?
A
AB
B
AC
C
BC

Slide 22 - Quizvraag

Je ziet hiernaast de rechthoekige driehoek BCD.

Wat is de aanliggende zijde ten opzichte van hoek B?
A
BC
B
BD
C
CD
D
AB

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de overstaande en aanliggende zijde van hoek B?
A
overstaande: BC aanliggende: AB
B
overstaande: AC aanliggende: BC
C
overstaande: AC aanliggende: AB
D
overstaande: AB aanliggende: AC

Slide 24 - Quizvraag


Vanuit ∠ P, wat is de 
aanliggende zijde?
aanliggende zijde hoek P
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

nu zelf aan het werk
maken opdracht: 10 en 11 op blz. 46
Klaar?
O10 en U2 op blz. 47

Slide 27 - Tekstslide

afsluiting: Vul de exit ticket in

Slide 28 - Tekstslide