Gr woordsoorten les 2

Hoi 3hf!
Telefoon in (telefoon)tas
Zitten op je EIGEN plek!
Spullen pakken
Stil Lezen
timer
2:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoi 3hf!
Telefoon in (telefoon)tas
Zitten op je EIGEN plek!
Spullen pakken
Stil Lezen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
'De eliminatie' lezen
Aantekening obv vorige les
Afmaken woorden benoemen 'De eliminatie'
Herhalen verwijswoorden personen
Oefenen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening
aanw vnw ALLEEN die, deze, dit, dat, zulk(e), zo'n, dergelijk(e) - als dit woord het lw vervangt.
vr vnw wie, wat, welk(e), wat voor, wat voor een.
Let op: wat voor (een) benoem je dus als geheel, terwijl we normaal losse woorden benoemen

Sommige woorden geven meer info over een ander woord, kijk goed bij welk woord het hoort: 
bijv nw --> zelfst nw  Het boek is LEUK
Bijwoord --> bijv nw of ww (of bw) Hij rent HEEL HARD / Het boek is HEEL leuk

Namen (herkenbaar aan de hoofdletter) zijn zelfst nw. Rotterdam, Laurens, Heijde, Pepsi
Is het woord afgeleid van een naam, dan is het bijv of bijwoord
Belgische chocola (bn) Hij is Rotterdams (bn) Hij praat Rotterdams (bw)

Slide 4 - Tekstslide

Woorden benoemen in recensie afmaken
Na kwartier nakijken
Eerder klaar? Via Google boek naar keuze lezen, (uitgebreider) invullen waarom je dat kiest en/of woordsoorten-Quizlet doen

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel woorden heb jij goed benoemd?
42 of minder
43 - 47
47 - 63
63-79

Slide 6 - Poll

Heb JE je toets goed voorbereid?
A
pers vnw
B
bez vnw
C
anders

Slide 7 - Quizvraag

Heb je JE toets goed voorbereid?
A
pers vnw
B
bez vnw
C
anders

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb HET boek voor periode 2 al gekozen. Het is alleen nog niet besteld.
A
lidwoord
B
pers vnw
C
anders

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb het boek voor periode 2 al gekozen. HET is alleen nog niet besteld.
A
lidwoord
B
pers vnw
C
anders

Slide 10 - Quizvraag

Pers en bez vnw:lastige gevallen
  • Dat schrift is van jou = pers! Het is alleen bez als het een lidwoord vervangt: het schrift / jouw schrift
  • Sommige woorden (je, zij/ze, jullie, haar) kunnen beide zijn. Kijk goed naar de zin!
  • 'Het' kan lidwoord of pers vnw zijn. Lidwoord als daarachter een zn komt, pers vnw als het verwijst naar iets wat eerder genoemd is

Slide 11 - Tekstslide

Benoem de onderstreepte (losse) woorden
Maak de uitgedeelde opdracht
Overleg? FLUISTEREND met degene NAAST je

Soorten werkwoorden bespreken we volgende les.
Je mag ze proberen, maar gewoon 'ww' is voor nu ook goed :)

Slide 12 - Tekstslide

Wed(ig) vnw
wederkeren = terugkeren
Ik heb me verslapen
Wederkerig vnw  = elkaar 

Slide 13 - Tekstslide