Nederlands 1e klas

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij  

Lesopbouw

                            Vandaag gaan we oefenen voor de toets

Wat is het mv van farao

1. farao's
2. faraos
3. faraoos
4. faraosen

Wat is het mv van portie?

1. porties
2. porti's
3. portie's
4. portiesen

Schrijf het werkwoord op in de verleden tijd
(grazen) In het weiland ___ twee koeien.

Schrijf het werkwoord op in de verleden tijd.
(vertellen) Oma ___ dat het er zo gezellig was.

Schrijf het ww op in de vt.
Mijn oma (praten) elke dag met haar buurvrouw.

1. praate
2. prate
3. praatte
4. pratte

Schrijf het ww op in de vt.
Vroegen (wonen) wij in een stad.

1. woonden
2. wonen
3. wonden
4. woonde

Wat is een ander woord voor obstakel?

1. een muur
2. een hindernis
3. een man
4. een beweging

Wat is een ander woord voor dal?

1. een berg
2. de vallei
3. een muur
4. een huis

Wat is een ander woord voor vastberaden?

1. duidelijk
2. onduidelijk
3. snel
4. zonder te aarzelen

Hoeveel lidwoorden staan er in onderstaande zin.

Er zijn nog een paar andere dingen waar je op moet letten als je een aankoop in de winkel doet.

1. 3
2. 2
3. 4
4. 1

Succes met het leren voor de toets!