MH14 VR 7-3-2025

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

HV15 VR 7-3-2025

• Welkom!
• Kauwgom even in de prullenbak!
•  Neem je huiswerk voor je:
• Leren gele theorie blz 100. 
• Afhebben opdr 1 tm 5 blz 100 en 101. 
• Let op: ik kom je huiswerk controleren! 

Vergelijkingen

Vergelijking

In een vergelijking staan twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken:

De werkelijkheid, het object/ persoon én het beeld.

Na een ijskoude douche ben ik altijd zo fris als een hoentje

Er staat een verbindingswoord tussen object en beeld:  

als,  zo … als, lijkt wel

Welk woord past in de vergelijking?
... als een boer met kiespijn

1. lachen
2. beven
3. branden
4. groen

Welk woord past in de vergelijking?
Zo ... als gras.

1. branden
2. groen
3. huilen
4. klaar

Welk woord past in de vergelijking?
Zo ... als een kwartel.

1. sterk
2. gezond
3. doof
4. dom

Nakijken huiswerk blz 100/101 opdr 1:

§ 6 Vergelijkingen

Opdracht 1

Eigen antwoorden.

Opdracht 2

1 a zo doof als een kwartel

b zo glad als een aal

c zo grijs als een duif

d zo koppig als een ezel

e zo slim als een vos

f zo trots als een pauw

2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

zo aaibaar als een hamster; zo afschrikwekkend als een buldog; zo balvaardig als een dolfijn; zo levensgevaarlijk als een haai

Opdr 2 blz 101:

1 a zo doof als een kwartel

b zo glad als een aal

c zo grijs als een duif

d zo koppig als een ezel

e zo slim als een vos

f zo trots als een pauw

vervolg opdr 2:

2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

zo aaibaar als een hamster; zo afschrikwekkend als een buldog; zo balvaardig als een dolfijn; zo levensgevaarlijk als een haai

Opdr 3:

Opdracht 3

1 a zo arm als Job

b zo oud als Methusalem

c praten als Brugman

d zo wijs als Salomo

Opdr 4:

1 a branden als een fakkel b als haringen in een ton zitten

c praten als een kip zonder kop

d gillen als een mager speenvarken

e zweten als een otter

f als een paal boven water staan

g beven als een rietje

h balen als een stekker

Vervolg opdr 4:

2 a branden als een fakkel – zeer fel branden 

b als haringen in een ton zitten – zich met veel mensen in een kleine ruimte bevinden, dicht op elkaar

c praten als een kip zonder kop – onnadenkend, erg dom, in het wilde weg praten

d gillen als een mager speenvarken – verschrikkelijk luid schreeuwen  

h balen als een stekker – iets heel erg vervelend vinden; er meer dan genoeg van hebben

vervolg opdr 4:

e zweten als een otter – hevig transpireren

f als een paal boven water staan – voor iedereen duidelijk zijn; absoluut zeker zijn

g beven als een rietje – hevig trillen

h balen als een stekker – iets heel erg vervelend vinden; er meer dan genoeg van hebben

Opdr 5:

1 flinterdun

2 kaarsrecht

3 kiplekker

4 mierzoet

5 ragfijn

6 spijkerhard

7 straatarm

8 vlijmscherp

9 oliedom

10 spiegelglad / spekglad

11 broodmager / graatmager

12 pijlsnel

13 snipverkouden / snotverkouden

14 moddervet / baggervet

15 loodzwaar / loeizwaar

Vervolg opdr 5:

8 vlijmscherp                                                 15 loodzwaar/ loeizwaar

9 oliedom

10 spiegelglad / spekglad

11 broodmager / graatmager

12 pijlsnel

13 snipverkouden / snotverkouden

14 moddervet / baggervet

Huiswerk:

Online maken: 

• Woordenschat paragraaf 3 Infrastructuur  opdr 1 tm 8
• Klaar --> Ga verder online met paragraaf 4 Schooltaal opdr 1 tm 9