Les 2h4, 27.01.2023

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 1 - Tekstslide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek en leesboek 
  • Laptop 
  • Schrift
  • Pen

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • SO over zinsdelen
  • Uitleg weektaak (it's Learning)
  • Aan de slag. Maak dan opdracht 6, 7, 9, 11, 12 (blz. 74-77)


Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

  • Stillezen 
  • Mededelingen
  • Uitleg spelling Engelse werkwoorden 
  • Aan de slag: weektaak (it's Learning)

  • Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

Wat leer je deze les?

- Ik kan werkwoorden vervoegen in zinnen met twee onderwerpen en gezegdes.
- Ik kan werkwoorden uit het Engels vervoegen.
- Ik kan bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Lekker lezen 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Mededelingen
deadline boek 22 januari (afgelopen zondag)
29 januari inleveren opdracht bij boek via It's learning

vorige les: wat heb je geleerd?
- Ik kan de volgende woordsoorten benoemen: lw, znw, bnw, vz, hww, zww, pers. vnw en bez.bnw.
- Ik kan de nieuwgeleerde woordsoorten benoemen: vr.vnw., aanw.vnw, betr.vnw, onbep.vnw





Slide 8 - Tekstslide

Deze week
weektaak en lesdoelen deze week:

- Ik kan werkwoorden vervoegen in zinnen met twee onderwerpen en gezegdes.
- Ik kan werkwoorden uit het Engels vervoegen.
- Ik kan bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.



Slide 9 - Tekstslide

zinnen met twee werkwoorden en twee gezegdes
De politiewoordvoerder vertelt dat de verdachten verschillende verhalen hebben verteld.

Persoonsvorm zoeken door tijdsverandering:

De politiewoordvoerder vertelde dat de de verdachten verschillende verhalen hadden verteld. 

persoonsvorm: vertelt/vertelde bij de politievoerder (is ow) gezegde is:  vertelt
2e persoonsvorm: hebben/hadden bij de verdachten              gezegde is:  hebben verteld

Slide 10 - Tekstslide

er staan dus 2 ow, 2 pv's en 2 gezegdes in de zin 
de ene keer = vertelt de persoonsvorm
de tweede keer =  verteld een voltooid deelwoord

Je herkent het verschil tussen het vervoegen van de pv (ik-vorm + t) en het vervoegen van  een voltooid deelwoord. (stam eindigt niet op een medeklinker uit Ex kofschip, dus met een d)

Bij een voltooid deelwoord staat er een hulpww bij en er kan ge-, be- of ver- voor staan.

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen uit het Engels
Opdracht 5 minuten:    
schrijf zoveel mogelijk Engelse werkwoorden op  die we in het Nederlands gebruiken, doe dit samen met je buurman of buurvrouw 

probeer een werkwoord te vervoegen in tt en vt 
ik..................
jij...............
hij................
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Basisregel. 
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je net als 'gewone' werkwoorden door -en van het werkwoord af te halen 
(relaxen – relax; e-mailen – e-mail). 

Soms moet je alleen een -n verwijderen: racen – race; timen – time.      --> uitspraak! (je zegt niet ract)

Slide 13 - Tekstslide

Dubbele medeklinker
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker,
 schrijven we een enkele medeklinker (basketballen – basketbal), tenzij dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen – paintball).

Slide 14 - Tekstslide

Engelse werkwoorden vervoegen
Op dezelfde manier als Nederlandse zwakke werkwoorden: 

1. In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je ik-vorm, ik-vorm + t of het hele werkwoord. Bijvoorbeeld: basketbal, basketbalt, basketballen.

2. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je ‘t s(e) x (y) - f (o) k s ch (aa) p. Kijk naar laatste letter van de stam (hele ww -en). Bijv:
 – mixen, ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt
– gamen, ik game, hij gamet, ik gamede, ik heb gegamed





Slide 15 - Tekstslide

EHBO bij uitspraakproblemen

Soms krijg je een uitspraakprobleem wanneer je Engelse werkwoorden vervoegt.
Je behoudt dan soms de "e" om dit te voorkomen. 
Kijk maar eens:
Racen - stam = rac. 
Verleden tijd = racete, want racte klinkt niet goed. 

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
- een stoffelijk bvnw eindigt meestal op -en 

Slide 17 - Tekstslide

nieuwe stofnamen: geen -en

Slide 18 - Tekstslide

een bvn  afgeleid van een vdw
schrijf -en als het vd ook op -en eindigt (een gevallen ster)

als het vdw eindigt op een d of een t dan krijgt het bnw meestal een -e als uitgang (een geprinte foto) > het bnw schrijf je altijd zo kort mogelijk
dus alleen een tt of dd als dat nodig is voor de uitspraak!
(de gewitte kamer)

Slide 19 - Tekstslide

na te schrijf je het bvnw als inf
Bijvoorbeeld:

In de te verlichten kamer was geen stroom aanwezig.

Slide 20 - Tekstslide

ging de uitleg te snel?
1. deze les staat in Its Learning bij de weektaak
2. kijk in je boek op  blz. 78 t/m 81
3. vraag een andere leerling om hulp
4. vraag bij het maken van je weektaak hulp (bijvoorbeeld in het clusteruur of kom vrijdagmiddag het 7e op het lesplein voor het BGM-uur. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag met weektaak
Maken:
Opdr. 1, 2, 3, 5 (blz. 78-82)

Klaar? 
Werken aan je boekverslag
Stillezen 
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. Welke woordsoorten ken je? 
  2. Welke woordsoorten hebben nog wat extra aandacht nodig?  
  3. Het huiswerk voor de volgende les: 
Maken:Opdr. 6, 7, 9, 11, 12 (blz. 74-77)
- Extra opdracht woordsoortenopdracht 4 (blz 20)
Oefenen woordsoorten  online (zie planner)

Nog vragen? 



Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. Heb je de woordsoorten opgefrist?
  2. Welk onderdeel heeft nog wat extra aandacht nodig? Hoe ga je dat aanpakken?
  3. Wat heb je nodig om je taak voor de volgende les te doen?

Nog vragen? 

Dinsdag  SO zinsdelen blok 1 en 2 



Slide 24 - Tekstslide

Weektaak

Maken:
Opdr. 1, 2, 3, 5 (blz. 78-82)

Klaar? 
Werken aan je boekverslag
Lezen in je leesboek
Oefenen woordsoorten online (zie planner)

Leesboek, niveau C of D mee. Geen boek mee? Tekst lezen + opdracht. 

Tot de volgende les en een fijne dag!

Slide 25 - Tekstslide