2vw3, 23.01.2023

Telefoon in de tas, pak je spullen en begin met lezen.
2e boek is uit. Start 3e boek vandaag!

Welkom klas 2 
timer
10:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de tas, pak je spullen en begin met lezen.
2e boek is uit. Start 3e boek vandaag!

Welkom klas 2 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Wat hebben we de vorige les gedaan?

Uitleg weektaakopdrachten week 3

Koppelwerkwoorden herhalen

Nieuwe lesdoelen en weektaak

Slide 2 - Tekstslide

mededelingen laatste kans
Vanmiddag om 14.50 laatste kans:
afmaken en inleveren boekopdracht 1: Jurre en Rilano

Donderdag het 4e uur herkansingstoets blok 1:
Elena, Mart, Jurre, Levi, Theun en Marwan

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen vorige les

- kun je de woordsoorten lw, znw, bnw, vz, pers.vnw, hww, zww, bez.vnw, wdkd.vnw en wdkg.vnw benoemen.

- kun je de kww benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
Z zijn                                                                    H heten
W worden                                                          D dunken
O                                                                            V voorkomen
B blijken
B blijven 
E
L lijken                                                             Zwobbels HDV
S schijnen

Slide 5 - Tekstslide

ZWW, HWW, KWW

Slide 6 - Tekstslide

weektaak
Maken:
Opdr. 8, 9, 10, 11, 12 (blz. 81-84)
Deadline 29 jan. inleveren verwerkingsopdracht boek 2

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 8 woordsoorten
 1 Organen = znw
 2 je = bez. vnw
 3 ze = pers. vnw
 4 anatomie = znw
 5 bij = vz
 6 onze = bez. vnw
 7 ontspant = zww

 8 naar = vz
 9 andere = bnw
 10 toeneemt = zww
 11 Darmen = znw
 12 beetje = znw
 13 zich = wederkerend vnw
 14 kunnen = hww
 15 doen = zww


ekst
Tekst

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 9 zelf nakijken, opdracht 10
Opdracht 10
1 Eigen werk, bijvoorbeeld:
 a Die operatie is vervelend geweest.
 b De wereldleiders bleven optimistisch gestemd.
 c Jims problemen worden steeds groter gemaakt.

2 a-c Eigen werk.

Slide 9 - Tekstslide

opdracht 11 blz. 84 is het hww, zww, kww?
opdracht 11 en 12 antwoorden op Its Learning

               bwb                           nwg             ow                                    bwb          nwg
1. Door de complicaties | is | de toestand van mijn opa | nog |zorgelijker geworden. 
is hww                geworden kww  

geworden koppelt eigenschap aan het ow
geworden geeft geen handeling aan

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie 
1.  Lukt het met de woordsoorten en het kww?
1. Is de uitleg duidelijk?
2. Wat heb je nog nodig en hoe ga je dat aanpakken?
3. Vragen?

SUCCES!

Slide 11 - Tekstslide

Grammaticablok H2 afgerond start met Spelling H2
          nieuwe lesdoelen en weektaak start uitleg
- Ik kan werkwoorden vervoegen in zinnen met twee                             onderwerpen en gezegdes.
- Ik kan werkwoorden uit het Engels vervoegen.
- Ik kan bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.
- Ik weet wanneer ik hoofdletters en kleine letters gebruik

Slide 12 - Tekstslide

zinnen met twee werkwoorden en twee gezegdes
De politiewoordvoerder vertelt dat de verdachten verschillende verhalen hebben verteld.

Persoonsvorm zoeken door tijdsverandering:

De politiewoordvoerder vertelde dat de de verdachten verschillende verhalen hadden verteld. 

persoonsvorm: vertelt/vertelde bij de politievoerder (is ow) gezegde is vertelt
2e persoonsvorm: hebben/hadden bij de verdachten              gezegde is hebben verteld

Slide 13 - Tekstslide

er staan dus 2 ow, 2 pv's en 2 gezegdes in de zin 
de ene keer = vertelt de persoonsvorm
de tweede keer =  verteld een voltooid deelwoord

Je herkent het verschil tussen het vervoegen van de pv (ik-vorm + t) en het vervoegen van  een voltooid deelwoord. (stam eindigt niet op een medeklinker uit Ex kofschip, dus met een d)

Bij een voltooid deelwoord staat er een hulpww bij en er kan ge-, be- of ver- voor staan.

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoorden vervoegen uit het Engels
Opdracht 5 minuten:    
schrijf zoveel mogelijk Engelse werkwoorden op  die we in het Nederlands gebruiken, doe dit samen met je buurman of buurvrouw 

probeer een werkwoord te vervoegen in tt en vt 
ik..................
jij...............
hij................
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Basisregel
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen (relaxen – relax; e-mailen – e-mail). 

Soms moet je alleen een -n verwijderen: racen – race; timen – time.      --> uitspraak! (je zegt niet ract)

Slide 16 - Tekstslide

Let op!
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker,
 schrijven we een enkele medeklinker (basketballen – basketbal), tenzij dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen – paintball).

Slide 17 - Tekstslide

Dus hoe doen we dat?
Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden.

1. In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je ik-vorm, ik-vorm + t of het hele werkwoord. Bijvoorbeeld: basketbal, basketbalt, basketballen.

2. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je ‘t (e) x - k (o) f s ch (i) p. Het gaat daarbij om de laatste letter van de stam (hele werkwoord -en). Bijvoorbeeld: – mixen, ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt
– gamen, ik game, hij gamet, ik gamede, ik heb gegamed





Slide 18 - Tekstslide

Let op!
Soms krijg je een uitspraakprobleem wanneer je Engelse werkwoorden vervoegt.
Je behoudt dan soms de "e" om dit te voorkomen. 
Kijk maar eens:
Racen - stam = rac. 
Verleden tijd = racete, want racte klinkt niet goed. 

Slide 19 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
- een stoffelijk bvnw eindigt meestal op -en 

Slide 20 - Tekstslide

nieuwe stofnamen: geen -en

Slide 21 - Tekstslide

een bvnw  afgeleid van een vd
schrijf -en als het vd ook op -en eindigt (een gevallen ster)

als het vd eindigt op een d of een t dan krijgt het bvnw meestal een -e als uitgang (een geprinte foto) > let op je schrijft het bvnw zo kort mogelijk
dus alleen een tt of dd als dat nodig is voor de uitspraak!
(de gewitte kamer)

Slide 22 - Tekstslide

na te schrijf je het bvnw als inf
Bijvoorbeeld:

In de te verlichten kamer was geen stroom aanwezig.

Slide 23 - Tekstslide

ging de uitleg te snel?
1. deze les staat in Its Learning bij de weektaak
2. kijk in je boek op  blz. 85 t/m 88
3. vraag een andere leerling om hulp
4. vraag bij het maken van je weektaak hulp (bijvoorbeeld in het clusteruur of kom donderdagmorgen het 1e uur op het lesplein

Slide 24 - Tekstslide

volgende les
- gaan we verder met uitleg en vragen
- spelling: Wanneer schrijf je hoofdletters en kleine letters?

Let op donderdag het 3e uur verplaats naar het 2e uur!
zelfde lokaal (215)

Slide 25 - Tekstslide