BVVJ 4.5 Afweer NIET AF

B4.5 Afweer
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B4.5 Afweer

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
terugblik
Leerdoelen 'Afweer'
Theorie BK 4.6, KGT 4.5
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
KGT                       - Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
- Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

BK              - Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte
                           - Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een intenting


Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: Wat is uitscheiden?

Slide 4 - Open vraag

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 5 - Quizvraag

Wat zit niet in urine
A
afvalstoffen
B
overtollig water
C
overtollige zouten
D
koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

Bij mannen is de urine buis korter dan bij vrouwen?
A
Waar
B
Onwaar

Slide 7 - Quizvraag

Waar wordt de urine bewaart?
A
het nierbekken
B
De urinebuis
C
De blaas
D
de urineleider

Slide 8 - Quizvraag

Dit vervoert urine vanaf de urineblaas tot buiten het lichaam
A
urinebuis
B
nierslagaders
C
urineleider
D
nierschors

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je het bloedvat naar je been?
A
beenslagader
B
beenader

Slide 10 - Quizvraag

Lichaamsvreemd

Stoffen die niet in je lichaam thuishoren, noem je lichaamsvreemde stoffen. 

Je lichaam probeert deze stoffen op 3 manieren te stoppen.


Slide 11 - Tekstslide

1. Je huid
De huid houdt schadelijke stoffen en organismen tegen, bijvoorbeeld bacteriën. 

Slide 12 - Tekstslide

2. De slijmvliezen in de luchtwegen
De slijmvliezen in je neus houden kleine stofjes en ziekteverwekkers tegen. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt.

Slide 13 - Tekstslide

3. Zoutzuur in maagsap
In je maag worden de bacteriën gedood door zoutzuur (een stof in het maagsap).Ook bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen, worden door het zoutzuur gedood.

Slide 14 - Tekstslide

Infectie
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen, heb je een infectie.

Ziekteverwekkers zijn vaak virussen, bacteriën en/of schimmels

Hier zie je bacteriën (blauw gekleurd)


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Antistoffen
Er zijn ook witte bloedcellen die antistoffen maken tegen de ziekteverwekkers.

De antistoffen plakken vast aan de ziekteverwekker. 

Slide 17 - Tekstslide

Antistoffen bij infectie

Slide 18 - Tekstslide

Immuun
Als je lichaam een antistof heeft gemaakt, blijft deze antistof nog een tijdje aanwezig in het bloed. Bovendien ‘onthouden’ de witte bloedcellen hoe ze deze antistof moeten maken.

Slide 19 - Tekstslide

BK: Inenting
Je kunt alleen natuurlijke immuniteit hebben als je een ziekte hebt gehad.

Tegen sommige ziektes krijg je een inenting. Er wordt een beetje ziekteverwekker ingespoten. Die is eerst verzwakt of doodgemaakt. 

Je witte bloedcellen gaan antistoffen maken. 

Omdat het proces niet natuurlijk is verlopen noemen we dit kustmatige immuniteit.

Slide 20 - Tekstslide

KGT: Allergie
 Bij een allergie ben je overgevoelig voor bepaalde stoffen.
Je krijgt een Allergische reactie. 

Je afweersysteem reageert dan overdreven op die bepaalde stof met ontstekingsachtige reacties.

Je kunt allergische zijn voor bv huisstof, dierenharen, pinda's, gluten, stoffen in make-up

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren:
'Afweer'

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
KGT                       - Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
- Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

BK              - Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt voor een ziekte
                           - Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een intenting


Slide 23 - Tekstslide

Je lichaam houdt lichaamsvreemde stoffen buiten op de volgende manieren:
A
Door te zeggen: "Ga weg jij!"
B
Huid, witte bloedcellen en rode bloedcellen
C
Slijmvliezen, Huid en witte bloedcellen
D
Huid, Slijmvliezen en maagzuur

Slide 24 - Quizvraag

Als het een ziekteverwekker lukt om je lichaam binnen te dringen, heb je een........
A
Probleem
B
Infectie
C
Immuunsysteem
D
Witte bloedcel

Slide 25 - Quizvraag

Wat doet een witte bloedcel met een ziekteverwekker

Slide 26 - Open vraag

Leg uit hoe het kan dat je immuun bent.

Slide 27 - Open vraag

Afsluiten
Hoe ging de les
Maken en nakijken/ verbeteren 'Afweer'
volgende keer: 'Gezond leven'

Slide 28 - Tekstslide