Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde. Noteer alleen de cijfers. Het gaat hier om oorzaak-gevolg redenaties. Je begint de gebeurtenis die het langst geleden gebeurt is. (R, 2p)
1. Industriële revolutie zorgt voor nieuwe uitvindingen.
2. Mensen in Europa zijn positief over de toekomst en verwachten dat het steeds beter zal gaan.
3. Henry Ford vindt de lopende band uit.
4. Soldaten worden als kanonnenvoer geslacht door nieuwe wapens.
5. De eerste voor iedereen betaalbare radio komt op de markt.
1-3-2-5-4 (alles goed= 2p. Twee cijfers omgedraaid = 1p)