1H/V GS Voorbereiding op eerste toets

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen
• Wat is een RTTI?
• Oefenen met 3 toetsvragen
• Hoe leer ik voor een geschiedenis toets? 
• Soorten vragen op een toets en herhaling H1

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat een RTTI toets is en dit herkennen in de vraagstelling
• Ik weet hoe ik het leren voor de toets goed aan kan pakken
• Ik weet welke verschillende soorten vragen er kunnen worden gesteld in een geschiedenis toets

Geschiedenis toets is een RTTI

Geschiedenis toets = een RTTI

Wat houdt dat voor jullie in?

Reproductie = 10% van de vragen op de toets

Toepassing 1 = 25% ¨

Toepassing 2 = 40% ¨

Inzicht = 25% ¨

Oefenen met toetsvragen

• Ik laat een aantal vragen zien op het bord. 
• Per vraag krijg je even de tijd om het antwoord te bedenken/op te zoeken in je boek.
• Schrijf het antwoord op in je schrift.
• Geef ook aan of het gaat om een R, T1, T2 of I-vraag.

Wat is het: R, T1, T2 of I?

Reken de onderstaande sommetjes uit (schrijf alleen het antwoord op):

• Julius Caesar werd in 44 v. Chr. gedood door Brutus. Hoeveel jaar geleden is dat nu? 
• In 1360 werd in Rotterdam een stadsmuur gebouwd, hoeveel jaar geleden werd die muur gebouwd?

Wat is het: R, T1, T2 of I?

Geef een korte maar krachtige beschrijving van de volgende begrippen:

- Bestaansmiddel 

- Polytheïsme  

- Irrigatielandbouw

Wat is het: R, T1, T2 of I?

In 1922 werd het graf gevonden van de Egyptische farao Toetanchamon. Daarin werden onder andere de volgende objecten gevonden: 

1. het lichaam van de farao, nog bijna helemaal intact; 

2. voorwerpen uit het dagelijkse leven van de farao, zoals een waaier, een dolk, trompetten. 

Leg uit dat deze vondsten goed passen bij de manier waarop de Egyptenaren omgingen met de dood. 

Hoe leer je voor een geschiedenis toets? 

Hoe zou jij het aanpakken?

Wat moet je leren?

• Ga voor jezelf eerst eens langs van wat je al weet van het onderwerp, met je boek dicht...

• Dit kun je bijvoorbeeld doen met de volgende vragen...

Wat weet en ken ik eigenlijk al?

• Welk onderwerp hebben we in de les besproken?

• Over welke periode gaat het?

• Wanneer was die periode?

• Welk tijdvak?

Nu je boek erbij

• Kijk eerst eens naar de titel van het hoofdstuk en de paragrafen: Waar gaat dit hoofdstuk en/of paragraaf over?

• Dit doe je ook voor elke titel boven een kleine tekst: Waar kan deze tekst over gaan?

De 4 W's

Bedenk bij elke titel en afbeelding (hoofdstuk, paragrafen, teksten) altijd vier vragen die beginnen met:

1. Waardoor ... 
2. Wie ... 
3. Wat... 
4. Wanneer ...
   

Wat doe ik verder met de teksten in het boek?

• Welke begrippen zijn vet- of cursief gedrukt, of onderstreept

• Welke namen/begrippen worden vaak herhaald? 

• Begrijp ik alle woorden? Nee, lees nog eens door of zoek ze op 

• Staan er jaartallen in? En op welke manier worden die gebruikt?

En hoe leer ik het beste begrippen, personen en jaartallen?

• Flashcards op MEMO!
• (aan het eind van de les gaan we met de klascode even inloggen) 

• Je kan ze ook zelf maken op papier maken of op digitaal (Quizlet.com), dan ga je er tijdens het maken ook nog eens doorheen.
  

Niet doen:

• Bij een onvoldoende hetzelfde doen als vorige keer
• Leren MET MOBIEL
• Leren zonder blaadje en pen
• Bladeren en LessonUp doortikken en verder niets

WEL DOEN: OP ZOEK NAAR FOCUS!

Soorten vragen

Begrippenvraag
Bronnenvraag
Tijdlijnvraag
Oorzaak-/gevolgvraag
Inzichtsvraag
Combinatievraag
Open en gesloten vragen

Begrippenvraag

- Je krijgt een begrip en je legt dit begrip uit

- Dikgedrukte woorden in je boek!

- Waar kan je die vinden?

Bronnenvraag

- Je krijgt een afbeelding of tekst te zien

- Beschrijf wat je in de afbeelding/tekst ziet

- Leg iets uit aan de hand van de afbeelding/tekst

Bekijk de bron. Welk middel van bestaan is hier afgebeeld? Leg je antwoord uit (2p)

a. Steen van Rosetta

b. Homo sapiens

c. Eufraat en de Tigris

1. Mesopotamië
2. Afrika
3. Hiërogliefen
   

Combinatievraag of invulvraag

In Afrika en het Midden-Oosten ….1… het klimaat. Het werd er …2… en ….3…. De herders trokken daarom met hun vee weg uit de woestijn en gingen wonen langs de oevers van de ….4….. Vanaf 4000 v.C gingen in Egypte de eerste mensen aan …5…. doen. Elk jaar overstroomde de rivier en bracht dan …6… slib mee. Op de grond waar deze slib achterbleef verbouwden de Egyptenaren hun gewassen. 

Maak de zinnen compleet

Niet gebruikte woorden

Heter

Veranderd

droger

natter

schoner

vruchtbare

Tigris

Nijl

onvruchtbare

Landbouw

Tijdlijnvraag

- Je krijgt verschillende gebeurtenissen

- Deze gebeurtenissen moet je op de historische tijdlijn kunnen plaatsen. Dat wil zeggen op chronologische volgorde

Zet op de juiste volgorde:
A: Egyptenaren beginnen met irrigatielandbouw
B: Jagers-verzamelaars gaan over op landbouw
C: Warmer en droger in Noord-Afrika en het Midden-Oosten
D: Het schrift wordt uitgevonden

1. B - C - A - D
2. C - B - A - D
3. B - C - D - A
4. C - B - D - A

Oorzaak/gevolg-vraag

• Er wordt een gebeurtenis genoemd.
• Hiervan moet je een gevolg en een oorzaak van kunnen noemen.
• Verbanden leggen is het doel. 

Wat is een oorzaak van het ontstaan van boeren?

1. Ontstaan van steden
2. Warmere en drogere gebieden
3. Meer kennis over natuur
4. Meer voedsel nodig

Inzichtsvraag

- Je moet kunnen uitleggen waarom of hoe iets gebeurde

- Verklaren, samenvatten, uitleggen, voorbeelden geven, verschillen en overeenkomsten

Wat is het verschil tussen irrigatielandbouw en 'normale' landbouw?

Waarom gingen de Egyptenaren het hiërogliefenschrift gebruiken?

Lees de vragen goed, kijk ook altijd hoeveel punten je kunt halen....

bv geef een omschrijving/verklaring niet vergeten!

Geef een omschrijving van de godsdienst in Egypte en maak gebruik van de volgende woorden: Polytheïsme-dieren-priesters