Lezen - publiek (NN H2)

LEERDOEL
1. Je kunt het doel van een tekst herkennen.
2. Je kunt bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LEERDOEL
1. Je kunt het doel van een tekst herkennen.
2. Je kunt bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 1 - Tekstslide

HUISWERK nakijken
Blz. 46, opgave 5: woordraadstrategieën (H1)
- (zich) bekwamen: lees terug --> tegenovergestelde
- toegevoegde waarde: lees verder --> voorbeelden
- expertise = deel het woord op --> expert + 'ise'

Andere lastige opgaven?

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

WARMING-UP
1. Voor wie is de tekst geschreven?
2. Waar zie je dat aan?

Slide 5 - Open vraag

AANTEKENINGEN

Hoe bepaal je het publiek?

Kijk naar deze kenmerken:
1. onderwerp
2. bron
3. lay-out
4. taalgebruik

Slide 6 - Tekstslide

NRC Handelsblad
Telegraaf

Slide 7 - Tekstslide

ZS 
Lees de groene uitleg (blz. 46) 
Maak opdracht 3 OF 4.

Vraag? ik loop rond
Klaar? zie ZF
ZF
Ruil van schrift met degene naast je. Kijk opdracht 3 of 4 na. De antwoorden komen straks op het bord. 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

AFRONDING
Wat hoort NIET bij de kenmerken voor het bepalen van publiek?
A
lay-out
B
bron
C
taalgebruik
D
wel/geen afbeeldingen

Slide 11 - Quizvraag

AFRONDING
1. wat wist je al?
2. wat was nieuw?

Slide 12 - Open vraag