In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Schrijfvaardigheid 3
Tekstdoelen
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Huiswerk bespreken
Het publiek bepalen
Inleiding herschrijven
Uitleg: tekstdoelen
Oefenen
Huiswerk
Lesafsluiter
Slide 2 - Tekstslide
Teksten beoordelen
Bekijk de tekst van je buurman of -vrouw.
1. Is de toon vriendelijk? Waar komt dat door?
2. Geef een tip en een top.
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Het publiek bepalen
Lees de twee inleidingen
Zoek uit voor welk publiek de nieuwssites KIJK en De Telegraaf zijn bedoeld.
Bepaal welke inleiding afkomstig is van KIJK en welke van De Telegraaf. Leg je antwoord uit
timer
1:00
Slide 4 - Tekstslide
Inleiding herschrijven
Maak van de inleidingen uit KIJK en De Telegraaf een inleiding voor Kidsweek (een krant voor kinderen van 7 tot 12 jaar).
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Wat valt je op aan deze inleiding?
timer
1:00
Slide 6 - Open vraag
Wat is het tekstdoel van deze inleiding?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Informeren
Slide 7 - Quizvraag
Tekstdoelen
Informeren: je geeft informatie - nieuwsbericht
Instructies geven: je legt uit hoe iets moet gebeuren/zit - schoolboek
Overtuigen: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening - betoog
Activeren: je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet - reclametekst
Amuseren of ontroeren: je wil bij de lezer emoties oproepen - gedicht
Slide 8 - Tekstslide
Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Informeren
Overtuigen
Amuseren
Activeren
Instrueren
nieuwsbericht
Folder van dierenarts om je huisdier in te laten enten
Een verhaal in een leesboek
Een oproep op een website om te gaan protesteren.
Uitleg op de website van school hoe je je kunt aanmelden voor flexuur.
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
folder over verschillende workshops in het buurthuis.
Slide 9 - Sleepvraag
Meerdere tekstdoelen
m
1. Lees de tekst van Sem
2. Bepaal per alinea het tekstdoel en markeer relevante stukken tekst
3. Bepaal het overheersende tekstdoel
Een tekst kan meer doelen hebben. Om iemand te overtuigen, moet je soms informatie geven. Om iemand te activeren, moet je hem eerst overtuigen. Als je moet bepalen welk doel een tekst heeft, kies je altijd het 'hoogste' doel. Een tekst die informatie geeft én iemand probeert te activeren, is een activerende tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Tekstdoel alinea 1
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Informeren
Slide 11 - Quizvraag
Tekstdoel alinea 2
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Informeren
Slide 12 - Quizvraag
Tekstdoel alinea 3
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Informeren
Slide 13 - Quizvraag
Tekstdoel volledige tekst
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Informeren
Slide 14 - Quizvraag
Huiswerk
Tijdens de volgende les ga je een tekst schrijven. Kies alvast een van de onderstaande onderwerpen en ga aan de slag met de inleiding.
A een overtuigende tekst over online privacy (goed of slecht?)
B een activerende tekst over jouw favoriete youtube-kanaal, blog, vlog of instagram-account
C een informatieve tekst over online pesten.
Leerdoelen
8. Ik kan een tekst herschrijven gericht op een bepaald publiek.
9. Ik ken de vijf verschillende tekstsoorten en bijbehorende tekstdoelen.
10. Ik kan de verschillende tekstdoelen herkennen in een geschreven tekst.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat is het tekstdoel van het eerste deel van het filmpje? (01:00)
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Activeren
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van het tweede deel van het filmpje?