Deze week is "kleur" aan de beurt. Tijdens de volgende lessen komen de andere beeldaspecten aan bod.
Slide 2 - Tekstslide
In de beeldende kunst is kleurenleer een verzameling praktische richtlijnen voor het mengen van kleuren en de visuele effecten van een specifieke kleurencombinatie.
BEELDCULTUUR
KLEURENLEER
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Johannes Itten
Zwitserse kunstschilder
Slide 5 - Tekstslide
Johannes Itten
BEELDCULTUUR
KLEURENLEER
Slide 6 - Tekstslide
KLEURENLEER
PRIMAIRE KLEUREN
BEELDCULTUUR
Slide 7 - Tekstslide
KLEURENLEER
SECUNDAIRE KLEUREN
BEELDCULTUUR
Slide 8 - Tekstslide
KLEURENLEER
TERTIAIRE KLEUREN
BEELDCULTUUR
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn de primaire kleuren
A
rood, groen, blauw
B
rood, groen, geel
C
rood, geel, blauw
D
rood, geel, oranje
Slide 10 - Quizvraag
Welke stellingen zijn waar?
A
Primaire kleuren kun je niet zelf mengen
B
Tertiaire kleuren zijn primaire kleuren gemengd met secundaire kleuren
C
Er zijn 12 zuivere kleuren op de kleurencirkel
D
Kleuren aan de rechterkant van de kleurencirkel zijn koude kleuren
Slide 11 - Quizvraag
Welke stellingen zijn waar?
A
Onverzadigde kleuren zijn kleurtonen (hues)
B
Minder verzadigde kleuren krijg je door grijs toe te voegen
C
Kleurhelderheid (value) gaat over hoe licht of donker een kleur getoond wordt
D
Felle kleuren zijn kleuren met een lage helderheid
Slide 12 - Quizvraag
BEELDCULTUUR
1. Kleur tegen kleur contrast
2. Licht - donker contrast
3. Warm - koud contrast
4. Complementair contrast
5. Simultaancontrast
6. Kwaliteitscontrast
7. Kwantiteitscontrast
Kleurcontrast = kleur tegenstelling.
Je krijgt een kleurcontrast als je twee of meer kleuren bij elkaar zet.
Twee of meer kleuren samen kunnen elkaar versterken of verzwakken.
KLEURCONTRASTEN
Slide 13 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
1. KLEUR TEGEN KLEUR CONTRAST
Franz Marc Der Blaue Fuchs (1911)
Kleur-tegen-kleur contrast ontstaat wanneer je primaire kleuren (rood, geel, blauw) naast elkaar zet.
Slide 14 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
2. LICHT-DONKER CONTRAST
Zelfportret Rembrandt
Licht-donker contrast: ontstaat wanneer je een lichte en een donkere kleur naast elkaar zet. Bijvoorbeeld geel en blauw. Een licht-donker contrast kan ook ontstaan tussen verschillende nuances van een kleur.(Verschillende nuances betekent: 1 kleur in twee tonen. Bijvoorbeeld lichtpaars en donkerpaars)
Slide 15 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
3. WARM-KOUD CONTRAST
Koud-warmcontrast ontstaat doordat sommige kleuren een warme indruk maken. Deze kleuren liggen in de kleurencirkel rond de kleur rood. Andere kleuren maken een koude indruk. Kleuren die een koude indruk maken liggen ronde de kleur blauw in de kleurencirkel. Rood-blauw geeft het sterkste contrast.
Slide 16 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
4. COMPLEMENTAIR CONTRAST
Een complementair contrast zijn alle combinaties van kleuren die in de cirkel precies tegenover elkaar liggen. Dit zijn: rood en groen, geel en paars en blauw en oranje.
Slide 17 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
5. SIMULTAAN CONTRAST
Simultaan betekent: gelijktijdig.
Het verschijnsel, dat bij het zien van een kleur onze ogen tegelijkertijd de complementaire kleur oproepen, noemen we simultaancontrast. Deze simultaan ontstane kleur is niet echt aanwezig, maar ontstaat pas in ons oog.
Slide 18 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
6. KWALITEITSCONTRAST
Het gaat hier om de zuiverheid van de kleur. Blauw kan heel fel zijn maar ook heel dof. Dit hangt af van hoeveel wit of zwart er aan de kleur is toegevoegd. Een doffe tegenover een felle kleur geeft een kwaliteitscontrast.
Slide 19 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
7. KWANTITEITSCONTRAST
Contrast tussen hoeveelheden van een kleur. Dit komt voor wanneer er van één kleur heel veel is gebruikt en van een andere kleur heel weinig is gebruikt.
Slide 20 - Tekstslide
De kleurencirkel van Itten bestaat uit primaire, secundaire en tertiaire kleuren
Primaire kleuren zijn pure kleuren, tertiaire kleuren krijg je door secundaire + primaire kleuren te mengen
Hues zijn pure kleurtonen, saturation gaat over verzadiging, value gaat over de helderheid
Kleurcontrast maakt iets interessant om naar te kijken, voorbeelden zijn: kleur tegen kleur contrast, licht donker contrast, warm koud contrast, complementair contrast, simultaan contrast, kwaliteitscontrast of kwantiteitscontrast
BEELDCULTUUR
Slide 21 - Tekstslide
STUDIEROUTE OP ELO:
01.01 Beeldcultuur 2023/2024
BEELDCULTUUR
Slide 22 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
Opdracht 4.1 - kleur
Maak een Poster met warme en koude kleuren. Je neemt de geometrische vormen (cirkel, vierkant, driehoek etc.) als uitgangspunt. Denk ook aan de composities die we vorige week hebben bekeken.
Deze opdracht maak je in een Adobe programma. Inleveren als JPG, PNG of PDF
CIJFEROPDRACHT
Slide 23 - Tekstslide
BEELDCULTUUR
Opdracht 4.1 - kleur
BEOORDELINGSCRITERIA
Het warm-koud contrast is duidelijk te herkennen
De student heeft geometrische vormen gebruikt
De student heeft de compositie op een originele manier naar kleur vertaald
De student heeft gebruik gemaakt van geschikte technieken
De student heeft zorg gedragen voor het werk
Deadline = volgende les af!
Slide 24 - Tekstslide
Noteer drie dingen die je in deze les hebt geleerd.