Test je kennis: Tracheastoma, O2 en AH:

Test je kennis: Tracheastoma, O2 en AH:
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Test je kennis: Tracheastoma, O2 en AH:

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer krijgt een zorgvrager een tracheotomie?
A
Wanneer de luchtweg ernstig belemmerd worden
B
Wanneer het ophoesten of slikken van slijm niet lukt
C
Wanneer de longen ziek zijn

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer krijgt een zorgvrager een tracheostoma?
A
Wanneer het ophoesten of slikken van slijm niet lukt
B
Wanneer het hele strottenhoofd verwijderd wordt.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heten de vertakkingen van de trachea?
A
Tracheoli
B
Bronchiën
C
de larynx
D
de alveoli

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse naam?
1; trachea
2; oesophagus
3; epiglottis
4; farynx

Slide 5 - Open vraag

Kan iemand met een tracheastoma nog praten?

Slide 6 - Open vraag

Welke verpleegkundige zorg is belangrijk bij uitzuigen van een tracheacanule?

Slide 7 - Open vraag

Binnenzijde van de trachea is bekleed met.......
A
slijmvlies
B
trilhaarepitheel
C
sputum
D
antwoord A en B zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

Hoelang mag je de keelholte uitzuigen?
A
5 seconden
B
10 seconden
C
15 seconden
D
20 seconden

Slide 9 - Quizvraag

Tijdens het uitzuigen van de keelholte blijf jij je zorgvrager observeren. Waar observeer je op?

Slide 10 - Open vraag

Tijdens het uitzuigen van de keelholte kan er hypoxie ontstaan. Wat is hypoxie en wat zijn je interventies?

Slide 11 - Open vraag

Tijdens het uitzuigen van de keelholte kan er een bradycardie ontstaan door de prikkeling van de nervus vagus. Wat betekent dit en wat zijn je interventies?

Slide 12 - Open vraag

Welke indicaties weet je voor het toedienen van zuurstof?

Slide 13 - Open vraag

Bij het toedienen van zuurstof zijn er geen complicaties
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer je de zorgvrager controleert op kortademigheid, let je op:

Slide 15 - Open vraag

Je moet voorzichtig zijn met het toedienen van zuurstof aan zorgvragers die astma of COPD hebben. Bij deze zorgvragers reageert het lichaam namelijk anders op het toedienen van zuurstof. Leg uit waarom zij anders reageren.

Slide 16 - Open vraag