2F/3F- Bouwsteen 3- inleiding, kern en slot

Nederlands
Bouwsteen 3: inleiding kern en slot
Les 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Bouwsteen 3: inleiding kern en slot
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je kunt kenmerken en functies beschrijven van de tekstdelen inleiding, kern en slot.
  • Je kunt deze tekstdelen in veelvoorkomende tekstsoorten herkennen en de functie ervan benoemen. 
  • Je kunt de tekstdelen inleiding, kern en slot in je eigen gesproken of geschreven teksten duidelijk aanbrengen. 
  • Je kunt uitleggen waarom je voor deze opbouw gekozen hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Inleidingen
Je krijgt vier inleidingen te lezen over het boerenprotest

  • Volgens Sieta van Keimpema van Farmers Defence Force wordt de hele democratische besluitvorming rond het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering gefrustreerd door de omstandigheden rond corona

  • Kamerleden vinden dat de protestacties van boeren van de afgelopen dagen een grens over zijn gegaan.


Slide 3 - Tekstslide

Inleidingen
  • Veel agrariërs in Nederland steunen de recente boerenprotesten, blijkt uit een rondgang van de NOS en vakblad Nieuwe Oogst. Bijna 3250 veehouders, akkerbouwers en tuinders vulden een enquête in over de demonstraties.

  • Honderden boeren hebben zich vanochtend verzameld op de Koekamp in Den Haag. Ze demonstreren vanwege het wetsvoorstel over stikstofreductie en natuurverbetering.

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt nu een aantal inleidingen gelezen over het boerenprotest. Deze komen van de NOS. Wat bepaalt volgens jou of iets een goede inleiding is?

Slide 5 - Open vraag

Nog een inleiding
Deze week demonstreren boeren weer op verschillende plekken in Nederland. Ze zijn het niet eens met nieuwe stikstofmaatregelen en het negatieve beeld dat er volgens hen over boeren wordt gecreëerd.

Slide 6 - Tekstslide

Welke punten die in de eerste vraag zijn genoemd, zie je in deze inleiding terug?

Slide 7 - Open vraag

Theorie inleiding
Functies
  • onderwerp introduceren
  • aandacht van de lezer trekken
  • informatie geven over de opbouw van de tekst

Slide 8 - Tekstslide

Theorie inleiding
Verschillende vormen:
  • beschrijving van het onderwerp
  • samenvatting 
  • vragenreeks 
  • beschrijving van de aanleiding
  • voorbeeld 
  • eigen ervaring 
  • anekdote
  • historische verwijzing

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Je krijgt straks verschillende inleidingen te zien.
Om wat voor inleiding gaat het?

Slide 10 - Tekstslide

Tekst 1
Als op postcode 1234PK 22,7 miljoen valt… hoeveel wint u dan, G.E. Wirrens? Krijgt Rotterdam er een nieuwe miljonairswijk bij?

22,7 miljoen euro! Zo’n groot bedrag gaat er dit jaar minstens uit en misschien valt die prijs wel op úw postcode. Dat zou toch mooi zijn? Deze recordprijs zal op de avond van nieuwjaarsdag worden uitgereikt aan de winnaars, ergens in Nederland, misschien wel in Rotterdam…?!

Bron: Postcodenieuws, 10 november 2006


Slide 11 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Beschrijving van de aanleiding
B
Vragenreeks
C
Voorbeeld
D
Eigen ervaring

Slide 12 - Quizvraag

Tekst 1
Als op postcode 1234PK 22,7 miljoen valt… hoeveel wint u dan, G.E. Wirrens? Krijgt Rotterdam er een nieuwe miljonairswijk bij?

22,7 miljoen euro! Zo’n groot bedrag gaat er dit jaar minstens uit en misschien valt die prijs wel op úw postcode. Dat zou toch mooi zijn? Deze recordprijs zal op de avond van nieuwjaarsdag worden uitgereikt aan de winnaars, ergens in Nederland, misschien wel in Rotterdam…?!

Bron: Postcodenieuws, 10 november 2006


Slide 13 - Tekstslide

Tekst 2
De kleine wereld: Google Earth voor gevorderden

“Je zit hier op dit zolderkamertje.” Johan Neuteboom (35) wijst naar het beeldscherm van zijn computer, waarop de contouren van zijn Rotterdamse woning zichtbaar worden. De satellietfoto is behoorlijk scherp, “maar het kan veel beter”, zegt Neuteboom. In het zoekvenster van het programma Google Earth tikt hij in: “googlecampus”. Op het scherm verdwijnt Rotterdam in de diepte. Langzaam wordt heel Nederland zichtbaar, waarna het beeld over de Atlantische Oceaan en het Amerikaanse vasteland zwenkt. Boven Californië duikt de camera naar beneden. Op het terras van Googles Mountain View-campus zijn de tafels en stoelen te zien.    Bron: Vrij Nederland, augustus 2006


Slide 14 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Beschrijving van de aanleiding
B
Historische verwijzing
C
Situatieschets
D
Beschrijving van het onderwerp

Slide 15 - Quizvraag

Tekst 2
De kleine wereld: Google Earth voor gevorderden

“Je zit hier op dit zolderkamertje.” Johan Neuteboom (35) wijst naar het beeldscherm van zijn computer, waarop de contouren van zijn Rotterdamse woning zichtbaar worden. De satellietfoto is behoorlijk scherp, “maar het kan veel beter”, zegt Neuteboom. In het zoekvenster van het programma Google Earth tikt hij in: “googlecampus”. Op het scherm verdwijnt Rotterdam in de diepte. Langzaam wordt heel Nederland zichtbaar, waarna het beeld over de Atlantische Oceaan en het Amerikaanse vasteland zwenkt. Boven Californië duikt de camera naar beneden. Op het terras van Googles Mountain View-campus zijn de tafels en stoelen te zien.    Bron: Vrij Nederland, augustus 2006


Slide 16 - Tekstslide

Tekst 3
Patatje oorlog

De term is dermate ingeburgerd dat de FNV hem eens leende voor een actie voor haar leden in de horeca: patatje oorlog. Toch is die aanduiding nog niet zo heel erg lang gemeengoed in ons land. Pas halverwege de jaren tachtig raakte ‘patatje oorlog’ landelijk ingeburgerd. De herkomst ervan is onduidelijk. Het zit er dik in dat een cafetariaklant hem bedacht heeft, want zo gaat het wel vaker met namen van snackgerechten.

Bron: Ubel Zuiderveld, in: Onze Taal, 2000


Slide 17 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Anekdote
B
Historische verwijzing
C
Situatieschets
D
Eigen ervaring

Slide 18 - Quizvraag

Tekst 3
Patatje oorlog

De term is dermate ingeburgerd dat de FNV hem eens leende voor een actie voor haar leden in de horeca: patatje oorlog. Toch is die aanduiding nog niet zo heel erg lang gemeengoed in ons land. Pas halverwege de jaren tachtig raakte ‘patatje oorlog’ landelijk ingeburgerd. De herkomst ervan is onduidelijk. Het zit er dik in dat een cafetariaklant hem bedacht heeft, want zo gaat het wel vaker met namen van snackgerechten.

Bron: Ubel Zuiderveld, in: Onze Taal, 2000


Slide 19 - Tekstslide

Tekst 4
Elke dag buikpijn


Als ik soms – gehaast en gestrest door al mijn volwassen zorgen – langs een basisschool fiets, betrap ik mezelf op een steekje jaloezie. Hoe heerlijk zou  het zijn om een weekje te mogen ruilen met die vrolijk knikkerende en  rennende kinderen, zonder me druk te hoeven maken over vergaderingen,  deadlines en prestaties, en rustig een uur te kunnen besteden aan een taart van zand en stokjes.  


Bron: Psychologie Magazine, december 2006

Slide 20 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Voorbeeld
B
Vragenreeks
C
Samenvatting
D
Eigen ervaring

Slide 21 - Quizvraag

Tekst 4
Elke dag buikpijn


Als ik soms – gehaast en gestrest door al mijn volwassen zorgen – langs een basisschool fiets, betrap ik mezelf op een steekje jaloezie. Hoe heerlijk zou  het zijn om een weekje te mogen ruilen met die vrolijk knikkerende en  rennende kinderen, zonder me druk te hoeven maken over vergaderingen,  deadlines en prestaties, en rustig een uur te kunnen besteden aan een taart van zand en stokjes.  


Bron: Psychologie Magazine, december 2006

Slide 22 - Tekstslide

Tekst 5
Kiezen, maar hoe?

Een school als het Baarnsch Lyceum voor havo en vwo, idyllisch gelegen in het Gooi, met eigen sportvelden en gelegen in het bos, daar wil je je kinderen wel heen sturen. Het is er gezellig en het onderwijs wordt er ook zo degelijk aangepakt!



Bron: Liesbeth Wytzes, in: Elsevier, december 2001


Slide 23 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Situatieschets
B
Eigen ervaring
C
Samenvatting
D
Beschrijving van het onderwerp

Slide 24 - Quizvraag

Tekst 5
Kiezen, maar hoe?

Een school als het Baarnsch Lyceum voor havo en vwo, idyllisch gelegen in het Gooi, met eigen sportvelden en gelegen in het bos, daar wil je je kinderen wel heen sturen. Het is er gezellig en het onderwijs wordt er ook zo degelijk aangepakt!



Bron: Liesbeth Wytzes, in: Elsevier, december 2001


Slide 25 - Tekstslide

Tekst 6
Even naar het ziekenhuis
Hij draagt het geelgroene shirt van ADO Den Haag, het grijze haar lang in de nek, tatoeages op beide armen. Twee weken geleden stootte hij zijn teen en nou doet dat kreng nog steeds pijn. Hij is even beschonken als de vriend die hem in de wachtkamer gezelschap houdt. Als een verpleegkundige hem roept voor een röntgenfoto zijn de twee verdwenen. Even later zitten ze er weer en kankeren in plat Haags dat ze zo lang moeten wachten. “Ik ken nou eenmaal niet stilzitten.”

Op de foto is geen breuk of kneuzing te zien, maar de Hagenaar kent geen twijfel over de noodzaak van zijn bezoek aan de afdeling spoedeisende hulp.
Bron: Volkskrant Magazine, november 2006




Slide 26 - Tekstslide

Met wat voor een soort inleiding heb je te maken?
A
Voorbeeld
B
Eigen ervaring
C
Anekdote
D
Beschrijving van de aanleiding

Slide 27 - Quizvraag

Tekst 6
Even naar het ziekenhuis
Hij draagt het geelgroene shirt van ADO Den Haag, het grijze haar lang in de nek, tatoeages op beide armen. Twee weken geleden stootte hij zijn teen en nou doet dat kreng nog steeds pijn. Hij is even beschonken als de vriend die hem in de wachtkamer gezelschap houdt. Als een verpleegkundige hem roept voor een röntgenfoto zijn de twee verdwenen. Even later zitten ze er weer en kankeren in plat Haags dat ze zo lang moeten wachten. “Ik ken nou eenmaal niet stilzitten.”

Op de foto is geen breuk of kneuzing te zien, maar de Hagenaar kent geen twijfel over de noodzaak van zijn bezoek aan de afdeling spoedeisende hulp.
Bron: Volkskrant Magazine, november 2006




Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: bouwsteen 3 - inleiding, kern en slot

Slide 29 - Tekstslide