3G week 4 les 3 k1.7 (3g2 les 2)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:

Oefentoets 

Quizlet

Hausaufgaben verbessern/kontrollieren

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:

LEERDOELEN:

Ik weet hoe goed ik mijn huiswerk gedaan heb

Ik weet welke woordjes ik al ken voor het proefwerk

OEFENTOETS LEERWERK

Lernen:

Seite 27/50: Grammatik A (haben/sein verleden tijd)

Seite 48: Lernliste N-D 

--> 3G1 klaar? Nakijken van een ANDER m.b.v. BOEK

DAARNA AAN HET WERK...

WOORJES LEREN....

QUIZLET woordjes D-N

QUIZLET woordjes N-D

AN DIE ARBEIT 

HAUSAUFGABEN VERBESSERN MIT ANTWORTEN:

Ab Seite 15 (vanaf blz. 15), Aufgabe 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 15, 16abc

Bestudieren Seite 27/50 Grammatik A

Ab Seite 27: Aufgaben 17, 18, 19 + 39 b.z. 42 

     - als je opdrachten niet begrijpt: vertaal het dan!!)

POSTER

Auf Wiedersehen!

3g2 (nog doen) Sprachmittel Seite 32

Seite 32

Aufgabe 25: 

• Frau Verholen liest vor, ihr sprecht nach.

Aufgabe 27: 

• Lees de zinnen (samen)
• Luister naar het gesprek en kruis aan wat er gezegd wordt.

Kapitel 1 Aufgabe 27

Sprachmittel Seite 32

Seite 32

Aufgabe 25: 

• Frau Verholen liest vor, ihr sprecht nach.

Aufgabe 27: 

• Lees de zinnen (samen)
• Luister naar het gesprek en kruis aan wat er gezegd wordt.

Kapitel 1 Aufgabe 27

LIEBE LEUTE, DAS PROGRAMM FÜR HEUTE:

LEERDOELEN GEHAALD?

Ik kan Duitse letters met een Umlaut goed uitspreken

Ik begrijp de betekenis van de Sprachmittel "Umgebung"

Ik heb mijn huiswerk af

voltooid deelwoord Duits

STERKE  werkwoorden = LEREN (blz. 148)

ZWAKKE (regelmatige) werkwoorden zijn regels voor:

GRAMMATIK B, SEITE 29/148

Voltooid deelwoord Duits

STAPPENPLAN:

1. Sterke werkwoord?                            JA = invullen    NEE = stap 2
2. start/eind op be- ver- -ieren (er-)?      JA = stam+t      NEE = stap 3
3. Werkwoord is regelmatig, dus            JA = ge + stam + (e)t

Maak het voltooid deelwoord van:

besichtigen

Maak het voltooid deelwoord van:

studieren

Maak het voltooid deelwoord van:

kontrollieren

Maak het voltooid deelwoord van:

verdienen

Maak het voltooid deelwoord van:

schwimmen

Maak het voltooid deelwoord van:

bleiben

 verleden tijd "haben" en "sein"

sein (verleden tijd)

LESEN; SEITE 22; Das Wetter-Quiz

Uitleg over opdracht

a. Deel 1 is:                                             Deel 2 is: 

b. Frau Verholen liest vor....

    1. Terwijl je meeleest en luistert onderstreep je de woorden die je

         niet begrijpt/snapt

    2. Zoek die woorden op en geef de antwoorden op de vragen

LESEN; SEITE 23; Das Wetter-Quiz

Teil 2: Die Antworten

1. Kijk m.b.v. tekstdeel 2 jouw antwoorden op de quiz na

2. Kruis aan "richtig" / "falsch op de stellingen

FERTIG!

Freitag den 24. September

PW Kapitel 1

• Lernliste N-D, Seite 48                                 20 woordjes
• Lernliste D-N, Seite 49                                 10 woordjes
• Grammatik sein, haben verleden tijd            12 opgaven / 2 oefeningen
• Grammatik voltooid deelwoord                     14 werkwoorden
• Sprachmittel D-N N-D                                   2x D-N  4x N-D

WOCHE 39 (27-9  bis  1-10)

Kijk- en luistervaardigheid CITO 

• Niveau = examenklas Kader-niveau
• 2 Lesuren nodig
• 1 deel luister-toets
• 1 deel kijk-toets

PRAXIS-AUFGABE "MEINE ZUKUNFT"

INLEVEREN:

• uiterlijk maandag 27 september 16:00 uur bij mevr. Verholen
• Foto van poster inleveren op It's Learning
• Tekst in Word-document getypt inleveren in It's Learning
• Fake-file inleveren is direct een 1,0
• Plagiaat (kopiëren van internet) meer dan 20% is direct een 1,0

Sprachmittel Seite 32

Seite 32

Aufgabe 25: 

• Frau Verholen liest vor, ihr sprecht nach.

Aufgabe 27: 

• Lees de zinnen (samen)
• Luister naar het gesprek en kruis aan wat er gezegd wordt.

Kapitel 1 Aufgabe 27

Praktische opdracht; poster Zukunft

klaar/inleveren: MAANDAG 3 OKTOBER 18:00 UUR

Inleveren:

- Poster op papier A3

- It's Learning: foto/afbeelding van jouw poster

- It's Learning: tekst van jouw poster

Voltooid deelwoord / Seite 29+148

Wat is het?

Hoe gebruik je het?

Hoe maak je het?

Verschillen?

denken - delen - uitwisselen

Maak het voltooid deelwoord van deze werkwoorden:

1. bestellen
2. fotografieren                     ZELFSTANDIG: 2 minuten
3. machen                            DELEN: 2 minuten
4. versorgen                         KLAS 
5. schreiben
6. schwimmen