2.8 erfelijkheidsonderzoek

2.8 erfelijkheidsonderzoek
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

2.8 erfelijkheidsonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je nummer 5 en wat is zijn functie?

Slide 3 - Open vraag

Waar zit de teelbal/zaadbal en wat is de functie ervan?

Slide 4 - Open vraag

waar zit de vagina?

Slide 5 - Open vraag

Wat is nummer 4?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een ander woord voor ovulatie?

Slide 7 - Open vraag

Heeft er hier bevruchting plaatsgevonden? En hoe kun je dit zien?

Slide 8 - Open vraag

Noem een secundaire geslachtskenmerk dat alleen bij meiden voorkomt?

Slide 9 - Open vraag

Uit hoeveel zaadcellen en eicellen is eeneiige tweeling ontstaan?

Slide 10 - Open vraag

In welk deel van het lichaam vindt dit proces plaats?

Slide 11 - Open vraag

Hoe kan het dat een eeneiige tweeling geen broer en zus zijn?

Slide 12 - Open vraag

Zet de processen in de juiste volgorde:

Slide 13 - Open vraag

Bij een echo wordt onder andere gekeken of de foetus goed groeit.
→ Van welk orgaan ontvangt de foetus stoffen om te kunnen groeien?

Slide 14 - Open vraag

Welke drie stappen van de geboorte hebben al plaatsgevonden bij deze bevalling?

Slide 15 - Open vraag

Wat doet een voorbehoedsmiddel met hormonen?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een soa? en geef een voorbeeld van een soa:

Slide 17 - Open vraag

Vorige les afmaken

Slide 18 - Tekstslide

Genderidentiteit 
- Geslacht (of sekse) is niet hetzelfde als gender.
- Bij geslacht gaat het over lichamelijke kenmerken
- Gender gaat over stereotypen in de maatschappij

- Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel) niet overeen met het geslacht (lichaam).

Slide 19 - Tekstslide

Seksueel geweld en misbruik 
- incest 
- ongewenste intimiteiten
- aanranding 
- verkrachting 
- digitaal; grooming, dickpick, slutshaming 
- loverboys 
- veel gevallen worden nooit bekend! 

Slide 20 - Tekstslide

leerdoelen
2.8.1 Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
2.8.2 Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.

Slide 21 - Tekstslide

genetisch advies
- Erfelijkheidsonderzoek
-  DNA onderzoeken op erfelijke ziekte. 
- Drager = Iemand met de informatie voor een ziekte op één chromosoom maar zelf niet ziek.
- Als iemand drager is dan is het verstandig om genetisch advies te winnen = Advies na onderzoek naar erfelijke afwijkingen.

Slide 22 - Tekstslide

Prenataal onderzoek
- prenataal betekent voor de geboorte.

Soorten onderzoeken:
- echoscopie 
- NIPT (niet-invasieve prenatale test)
- vlokkentest 
- Vruchtwaterpunctie  

Slide 23 - Tekstslide

echoscopie 
- met geluidsgolven wordt een beeld gemaakt. 
- Computer zet teruggekaatste geluid om in beelden.
- Je kunt dan zien of een baby goed groeit. 
- Arts kijkt naar zichtbare afwijkingen. 
- jongen-meisje 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

NIPT
- bloed van de moeder wordt geprikt. 
- Zit DNA in van de placenta.
- Groot deel DNA moeder, klein deel baby. 
- Bloed wordt onderzocht naar erfelijke afwijkingen. 
- Mogelijk vanaf de 11e week v/d zwangerschap

Slide 26 - Tekstslide

vlokkentest
- arts haalt weefsel uit de placenta.
- Arts onderzoekt cellen op afwijkingen in het DNA en chromosomen. 
- Mogelijk vanaf de 8e week v/d zwangerschap.
- geslachtschromosomen 
- Vergroot de kans op een miskraam.

Slide 27 - Tekstslide

vruchtwaterpunctie 
- Naald zuigt een beetje vruchtwater op.
- In vruchtwater zitten cellen van de foetus. 
- Een arts onderzoekt chromosomen in cellen.
- geslachtschromosomen 
- vergroot de kans op een miskraam. 

Slide 28 - Tekstslide

Wanneer prenataal onderzoek
Bij alle vrouwen vindt prenataal onderzoek plaats met een echo. Veel vrouwen laten ook de NIPT doen. Bij sommige vrouwen is meer onderzoek nodig. Bijvoorbeeld:
• als afwijkingen worden gevonden bij de echo of de NIPT
• als in de familie een erfelijke ziekte voorkomt
• als de vrouw eerder een miskraam heeft gehad

Abortus is een optie bij ernstige afwijkingen. 

Slide 29 - Tekstslide

maken 
blz. 137 
opdracht 1 t/m 7

Slide 30 - Tekstslide