woordsoorten: lw, tw, ww, vz, bn, zn, vw, psv, bzv

Periode 1 grammatica
woordsoorten

lidwoord, telwoord, werkwoord, voorzetsel, 
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Periode 1 grammatica
woordsoorten

lidwoord, telwoord, werkwoord, voorzetsel, 
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
Is je boek verdwaald? Melden bij de docent
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kan ik alle woordsoorten herkennen en benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Lidwoorden (lw)

bepaalde lidwoorden:

de, het

onbepaald lidwoord:

een

Slide 4 - Tekstslide

Telwoorden (tw)
Een telwoord (TW) geeft een hoeveelheid of een volgorde aan.
Er zijn twee soorten telwoorden:

  • Een hoofdtelwoord (HTW) (hoeveelheid)

  • Een rangtelwoord (RTW) (volgorde)

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of  wat er is gebeurd.


Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels (vz)
  • Voorzetsels staan meestal voor een lidwoord of een voornaamwoord met een zelfstandig naamwoord. (achter die kast, naast mij, onder de boeken). Ze kunnen ook achter een zelfstandig naamwoord staan, meestal geeft het dan een richting aan. (Ik viel de sloot in, hij liep de weg op. ) 

  • Let op! Delen van scheidbare werkwoorden zijn geen vz. 
  • Bv. opbellen. Hij belt mij op. op = geen vz

Slide 7 - Tekstslide

Eigenschappen vz


  • Ze geven een plaats, tijd of reden aan.
  • Trucje:
  • ... de kast 
  • ... het feest 



Slide 8 - Tekstslide


Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
  • mensen
  • dieren
  • planten
  • dingen
  • NAMEN (!!!)
  • begrippen 
Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?
Voorbeelden?

Slide 10 - Tekstslide


HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, of, maar, want, dus.

HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.
Voegwoord (vw)

Slide 11 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord (psv)
bezittelijk voornaamwoord (bzv)
      Persoonlijk voornaamwoord                                Bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Wat is 'de' voor woordsoort?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is:
mijn
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
lidwoord
D
werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is .....
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor woordsoort is:
ik
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
werkwoord

Slide 17 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten 
Versterk jezelf - ontleden woordsoorten
* het werkwoord
* het telwoord
* het voegwoord
* het persoonlijk voornaamwoord
* het bezittelijk voornaamwoord

Differentiatie - grammatica herhaling
Hoofdstuk 3 - opdracht 1 en 3
Hoofdstuk 5 - opdracht 1 en 2

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten vervolg
Differentiatie - grammatica verdieping
* Hoofdstuk 1
* Hoofdstuk 2
* Hoofdstuk 3 (hulp werkwoord en zelfstandig werkwoord heb je niet gehad, probeer maar.)
* Hoofdstuk 5, opdracht 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten vervolg
Differentiatie - spelling herhaling

Differentiatie - spelling verdieping

Slide 21 - Tekstslide