IBO 11 - Deel 2 B1

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  •  Hoe gaat het met Jullie, Hoe is het op stage? 

  •  BPV boekjes - Hoe ver is iedereen? 

  • Leerdoelen bespreken en behandelen

  • Praktijkopdrachten doen

  • Activiteit voorbereiden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie

Jullie krijgen van de docent een formulier om te reflecteren op het GIPS project.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/ of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.


In het kwalificatiedossier staat dit bij het werkproces ‘Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-woon- en leefomgeving’.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les...

  • Ik weet waar producten bewaard dienen te worden;
  • Ik weet wat de houdbaarheidsdatum van een product is;
  • Ik weet hoe ik moet serveren;
  • Ik weet wat de taken van een assistent dienstverlener zijn bij een buffet;
  • Ik kan een tafel indekken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee klaar moet maken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee moet serveren.
  • Ik weet hoe ik een activiteit moet organiseren. 


Slide 6 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Werkprocessen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen

Je zult het misschien nu al doen, boodschappen. 
Voor jezelf, je gezin of misschien wel voor je stage. 

In de dienstverlening zie je dat je dit ook voor je stage, bedrijf, klanten moet doen. Sommige mensen kunnen dit niet meer zelf doen of je moet meehelpen om de boodschappen op te ruimen op de juiste plek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden - Uitvoeren - Afronden


Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet.

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen?

Houd deze volgorde aan:

1. Boodschappenlijst maken. Controleer voorraad en schrijf op hoeveel je nodig hebt. 
2. Budget bepalen. Hoeveel geld neem je mee, schrijf dit op! 
3. Boodschappen doen. Houd je aan je lijstje en neem de kassabon mee! 
4. Boodschappen controleren als je thuis bent. Kijk het kassabonnetje na en het wisselgeld. Geef de kassabon en het wisselgeld meteen terug. 




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen opruimen






1. Diepvries  2. Koelkast  3. Voorraadkast

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen opruimen
In de winkel:
Zorg dat producten uit de vriezer, als laatste in je winkelwagen gaan. Zo kunnen ze het minst hard ontdooien.
Waar ruim je de spullen thuis op?
Ingevroren producten gaan in de vriezer.
Droge spullen die niet bederven, kunnen in een keukenkast of voorraadkast
Bederfelijke spullen gaan in de koelkast. 
Wat je in de koelkast legt moet je goed afdekken. Je kunt hier huishoudfolie, plastic bakje of plastic zakje voor gebruiken. Dit is hygiënisch en het zo bederft het niet


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken 

Maak opdracht 1 
& de woordenlijst

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken 

Maak opdracht 
2,3 & 4

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je ook alweer
op letten als je
gasten ontvangt?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Koffie/thee serveren
Soms krijgen klanten een kopje koffie of thee. 
Daar zorg jij voor. Hoe doe je dat?
  • Vraag of de gast een kop koffie of thee wilt;
  • Je kunt eventueel vragen of de gast suiker en melk wilt of welk soort thee
  • Soms wordt er ook wel eens een kistje op tafel gezet met verschillende soorten thee
  • Herhaal voor de zekerheid de bestelling van de gasten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koffie/thee serveren
VERSCHILLENDE SOORTEN KOFFIE


Veel organisaties hebben een koffieautomaat. Daar haal je verschillende soorten koffie uit en heet water voor thee.
Soms zie je bij bedrijven kannen met thee en koffie.

Er zijn klanten die vragen om cafeïne vrije koffie. Daar zit het verslavende stofje cafeïne niet in. Dit noemen ze decafé.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eten bereiden en serveren
Serveren is het opdienen van een gerecht.

Je kunt niet zomaar een bord neerzetten op de tafel. Daar zijn afspraken over.
Je draagt de borden in je linkerhand. Je zet het bord voor de gast neer terwijl je rechts van hem staat.

Zorg dat het bord recht voor de gast komt.
Bij het afruimen neem je het bord weg aan de linkerkant, waar je de gast het minst hindert.

Zonder morsen probeer je de borden op elkaar te stapelen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eten bereiden & Serveren 


Bij het serveren zorg je dat je altijd beleefd bent voor je klanten of cliënten. Je informeert of ze nog iets nodig hebben en of je nog iets voor ze kunt doen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken

Vul de woordenlijst in.
en Maak opdracht 5 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prakijktopdracht

Koffie / thee zetten

Opdracht 6 & 7 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activiteit organiseren 
Soms assisteer je een cliënt/gast bij uitvoeren van een activiteit, bijvoorbeeld omdat de cliënt/gast dit niet alleen kan.
Je blijft bij de cliënt en neemt samen aan de activiteit deel. Je hebt tijdens het uitvoeren van je taken aandacht voor de cliënt.


Soms moet je ook zelf een activiteit kunnen organiseren.
Bijvoorbeeld een spelletje doen met kinderen, een bingo met bejaarden, een teamactiviteit verzinnen voor je collega's.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activiteit organiseren
Bij het organiseren van een activiteit komen verschillende kwaliteiten van pas zoals:

Voorbereiden, samenwerken, organiseren, instructies geven. Maar ook omgaan met verschillende mensen, materialen inkopen of verzamelen, tijd bewaken en afstemming op de doelgroep zijn dingen waar je rekening mee moet houden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 29 tot en met 32.

Vul de woordenlijst in.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht maken
Maak opdracht 9 & 10

Bedenk bij opdracht 11 in groepjes van 3
een activiteit die we volgende week tijdens de laatste les samen kunnen uitvoeren.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op vandaag

Open de volgende Lesson up

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies