woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

waar gaat dit gedicht over volgens jou?

welk woord moet er volgens jou op de plek van de rode streep staan?

Aan het eind van deze les

• weet je wat een raadgedicht is
• kun je een zelfstandig naamwoord herkennen
• kun je een bijvoeglijk naamwoord herkennen
• kun je een lidwoord herkennen
• kun je een hulpwerkwoord herkennen
• kun je een zelfstandig werkwoord herkennen

zelfstandig naamwoord

In de volgende vraag schrijf je drie zelfstandige naamwoorden uit dit gedicht op.

Schrijf drie zelfstandige naamwoorden op uit het gedicht

het oog

de straat

de stad

de mensen

het land

een dag

de aarde

Zelfstandige naamwoorden zijn:

mensen

dieren

planten

dingen

namen (van mensen, bedrijven, steden, landen)

bijvoeglijk naamwoord

In de volgende vraag schrijf je twee bijvoeglijke naamwoorden uit dit gedicht op.

Schrijf twee bijvoeglijke naamwoorden op uit het gedicht.

het blote oog

een kleine sprong

zacht

vastberaden

Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een mens, dier, plant of ding. Over een zelfstandig naamwoord dus.

Welke hoort er niet bij?

1. een
2. de
3. dit
4. het

Wat hoort er niet bij?

1. appel
2. mens
3. beer
4. mooi

Wat hoort er niet bij?

1. geweldig
2. groot
3. reus
4. gezond

Schrijf hier de titels op van de boeken die je hebt gekozen

Doel van deze les

Check: welke mooie boeken jullie hebben gevonden?

Check: weet je hoe je een e-boek moet lenen bij de bieb.

Verder met woordsoorten:

• je weet wat zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden zijn.
• je maakt opdracht 3  en 7 van grammatica 1 les 1.

Weet je hoe je een e-boek moet lenen bij de bibliotheek?

ja, ik heb dat al gedaan

ja, maar ik heb het nog niet gedaan

Nee, ik weet niet hoe dat moet

werkwoorden

In de volgende vraag schrijf je drie zelfstandige werkwoorden op uit dit gedicht op.

Welke drie zelfstandige werkwoorden herken je in dit gedicht?

Een werkwoord vertelt wat iemand doet of wat er gebeurt.  

Een zelfstandig werkwoord (zww) is het belangrijkste werkwoord in de zin.

Een hulpwerkwoord (hww) 'helpt' het zelfstandige werkwoord; het vertelt nog preciezer wat er gebeurt.

hulpwerkwoorden

In de volgende vraag schrijf je twee hulpwerkwoorden op uit dit gedicht op.

Welke twee hulpwerkwoorden werkwoorden herken je in dit gedicht?

Begrijp je de stof

ja

nee

Nu zelf aan de slag!

• Begreep je opdracht 3 van les 1 grammatica 1 niet zo goed? Maak hem dan nog een keer.
• Maak opdracht 7 van les 1 grammatica 1.
• Leen je e-boek bij de bibliotheek.
• Weet je niet goed hoe dat moet? Kom dan het 7e uur naar het mentoruur (dus niet het 8e).