In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
"Vrouwen houden van mode, mannen niet"
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 5 - Quizvraag
"Jasper (21) weet alles van hamburgers, want hij is in Amerika geweest."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 6 - Quizvraag
"Mannen zijn vaker betrokken bij auto-ongelukken dan vrouwen."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 7 - Quizvraag
"Computerfanaten hebben een hekel aan sport."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 8 - Quizvraag
"Yassine (15) haalt hoge cijfers, hij zal welk elke dag tot 's avonds laat studeren."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 9 - Quizvraag
"Profvoetballers die veel geld verdienen, doen high class."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 10 - Quizvraag
"Marokkaanse meisjes presteren beter op school dan Marokkaanse jongens."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 11 - Quizvraag
"Mensen die roken, worden niet oud."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 12 - Quizvraag
"Terroristen die een aanslag plegen, moeten worden teruggestuurd naar het land van herkomst."
A
Stereotype
B
Vooroordeel
C
Feit
Slide 13 - Quizvraag
Theorie die laat zien dat de media weinig invloed hebben op de manier waarop mensen denken, maar veel invloed hebben op de onderwerpen waarover we denken.
A
Injectienaaldtheorie
B
Multiple-step-flowtheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Agendatheorie
Slide 14 - Quizvraag
Theorie die laat zien dat de media veel directe invloed hebben op het doen en laten van mensen.
A
Injectienaaldtheorie
B
Multiple-step-flowtheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Agendatheorie
Slide 15 - Quizvraag
Theorie die laat zien dat de media alleen indirecte invloed hebben op mensen via gezaghebbende personen.
A
Injectienaaldtheorie
B
Multiple-step-flowtheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Agendatheorie
Slide 16 - Quizvraag
Theorie die laat zien dat de media alleen invloed hebben op datgene wat mensen willen horen of zien.
A
Injectienaaldtheorie
B
Multiple-step-flowtheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Agendatheorie
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Doet Matthijs van Nieuwkerk in zijn programma aan manipulatie, propaganda of indoctrinatie? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Welke beïnvloedingstheorie past bij het verhaal over de uitzetting van Nola in de Serie Spangas? Leg je antwoord uit.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Past één of meerdere van de beïnvloedingstheorieën bij dit bericht? Zo ja, welke en waarom?
Slide 23 - Open vraag
Vind jij het verstandig om zelf via internet uit te zoeken wat je mogelijk mankeert? Waarom wel of niet?
Slide 24 - Open vraag
In een documentaire zie je dat iemand met bijlslagen wordt vermoord. Het gebeurt in een Afrikaans land waar een burgeroorlog aan de gang is.
A
Ik word wel beïnvloed
B
Ik word niet beïnvloed
Slide 25 - Quizvraag
De televisie waarschuwt dat iedereen binnen moet blijven omdat er noodweer komt: zware storm met windkracht 11. Maar jij kunt naar een heel leuk concert!
A
Ik word wel beïnvloed
B
Ik word niet beïnvloed
Slide 26 - Quizvraag
Je hebt trek in iets lekkers en net op dat moment zie je een reclame over Milka-chocolade.
A
Ik word wel beïnvloed
B
Ik word niet beïnvloed
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Over welk begrip gaat deze chat?
A
Internetgebruik
B
Vooroordelen
C
Mediawijsheid
D
Rolpatronen
Slide 29 - Quizvraag
Er zijn vier manieren om ervoor te zorgen dat de media minder invloed op je hebben. Noem iets waar jij beter op zou kunnen letten.