6.3 Economie

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Economie  

6.3 Werken voor de overheid (B)

6.4 Werken voor de overheid (K)

BASIS 

Les 1: paragraaf 6.1 + 

Les 2: paragraaf 6.2 + 

Les 3: paragraaf 6.3 +

Les 4: paragraaf 6.4 + 

Les 5: paragraaf 6.5 +

SO begrippen

Les 6: SO H6.1 t/m 6.5

KADER

Les 1: paragraaf 6.1 + 6.2 +

Les 2: paragraaf 6.3 + 

Les 3: paragraaf 6.4 + 

Les 4: paragraaf 6.5 + 

Les 5: paragraaf 6.6 + 

SO begrippen

Les 6: SO H6.1 t/m 6.5

= rekentrainer

Lesoverzicht H6

Wat weet je nog? 

• sociale zekerheid
• WW-uitkering
• bijstand
• sociaal minimum

Huiswerk inleveren vóór 14.00 uur vandaag:

paragraaf 6.2 + rekentrainer én doe-opdracht (link)

Vandaag:

• Les op Teams (+-20 minuten)

Maken:

• Paragraaf 6.3 (B) - Paragraaf 6.4 (Kader)
• = digitaal of in het boek
• Rekentrainer paragraaf 3 

Doelen

• Ik kan de drie onderdelen noemen die samen de overheid vormen;
• Ik weet hoe iemand heet die werkt voor de overheid;
• Ik weet waar scholen en instellingen hun geld vandaan halen;
• Ik weet wat infrastructuur is en kan een voorbeeld noemen;
• Ik kan rekenen met miljarden en miljoenen.

De gemeente 

• Verantwoordelijk voor plaatselijke collectieve voorzieningen

De provincie

•  Regionale taken 

https:

Ambtenaar 

Werknemer van de overheid 

Overheid:

De grootste werkgever van Nederland. 

Het Rijk

• Zorgt voor de landelijke collectieve voorzieningen

Bijv.

Instellingen

Bestaan vaak dankzij het geld van de overheid. 

Het bedrijfsleven

De overheid is een klant van veel bedrijven.

Infrastructuur

Het stelsel van voorzieningen dat nodig is om goederen, personen en informatie te vervoeren. 

Infrastructuur

Rekentrainer B + K

Miljarden en miljoenen

Miljarden en miljoenen

1 duizend = 1.000

1 miljoen = 1.000.000 = 1.000 x duizend

1 miljard = 1.000.000.000 = 1.000 miljoen

100 miljoen = 0.1 miljard

100 duizend = 0.1 miljoen

5,5 miljard + 500 miljoen 

5,5 miljard + 500 miljoen

100 miljoen = 0,1 miljard

500 miljoen = ...... miljard

5,5 miljard + 0, ________ miljard =        miljard

8 miljard + 100 miljoen = 

8 miljard + 100 miljoen

100 miljoen = 0,1 miljard 

8 miljard + 0,1 miljard =