Werkwoordspelling 3F oefenen
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
(Kiten v.t)
Tijdens onze vakantie ___ we bijna iedere dag.
Tijdens onze vakantie ___ we bijna iedere dag.
Slide 2 - Open vraag
(liegen)
Dat meisje ... vroeger heel erg veel.
Dat meisje ... vroeger heel erg veel.
Slide 3 - Open vraag
(Deleten)
Ze ___ vorige werkdag alle spam in haar mailbox.
Ze ___ vorige werkdag alle spam in haar mailbox.
A
delete
B
delette
C
deletete
Slide 4 - Quizvraag
(Zuchten)
De docent ___ toen ze zag dat al haar leerlingen een onvoldoende hadden gehaald.
De docent ___ toen ze zag dat al haar leerlingen een onvoldoende hadden gehaald.
Slide 5 - Open vraag
(Worden)
Dat meisje ___ zo met de taxi opgehaald.
Dat meisje ___ zo met de taxi opgehaald.
A
wordt
B
word
Slide 6 - Quizvraag
(Emigreren)
Mijn neef is twee jaar terug ... naar Mexico.
Mijn neef is twee jaar terug ... naar Mexico.
Slide 7 - Open vraag
(Dalen)
Onze winst is de laatste maanden nogal ...
Onze winst is de laatste maanden nogal ...
A
gedaald
B
gedaalt
Slide 8 - Quizvraag
(Wedden)
Zij ... dat zij dit spel zal winnen.
Zij ... dat zij dit spel zal winnen.
A
wed
B
wedt
Slide 9 - Quizvraag
(Beleven)
Richard ... altijd vreemde situaties.
Richard ... altijd vreemde situaties.
Slide 10 - Open vraag
(Beoordelen)
Ik hoop dat mijn docent mijn toets goed ... .
Ik hoop dat mijn docent mijn toets goed ... .
Slide 11 - Open vraag
(Dromen)
Ik heb gisteren heel vreemd ... .
Ik heb gisteren heel vreemd ... .
A
gedroomt
B
gedroomd
