Monarchie en ministeriele verantwoordelijkheid

Monarchie en ministeriële verantwoordelijkheid
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Monarchie en ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Wie zitten er in de regering?
A
Koning, ministers en staatssecretarissen
B
Koning, ministers
C
Tweede en Eerste kamer
D
Ministers en staatssecretarissen

Slide 2 - Quizvraag

Wie zit er in het kabinet?
A
Koning, ministers en staatssecretarissen
B
Koning, ministers
C
Tweede en Eerste kamer
D
Ministers en staatssecretarissen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is niet een taak van de koning?
A
Ondertekenen van wetten en verdragen
B
Benoemen ministers en staatssecretarissen
C
Voorlezen troonrede
D
Zich verdedigen in het parlement

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Koningschap en democratie volgens Aristoteles
-"De vorm van alleenheerschappij die gericht is op het belang van de gemeenschap noemen we gewoonlijk monarchie"

-"De ontaarde varianten van de genoemde staatsvormen zijn tirannie ten opzichte van monarchie..." (p. 126)

Slide 6 - Tekstslide

Koningschap en democratie volgens Aristoteles
-"Grondbeginsel van een democratische staatsinrichting is vrijheid [...]. Een van de kenmerken van vrijheid is dat men om beurt wordt geregeerd en zelf regeert. Rechtvaardigheid in democratische zin bestaat namelijk in een gelijkheid op grond van aantal, niet van verdienste"

-"Een ander teken is dat een mens kan leven zoals hij wil. Dit, zegt men, is vrijheid in de praktijk, gegeven dat het een slaaf kenmerkt dat hij niet kan leven zoals hij wil". (p. 250)

-"Voor bestuursfuncties geldt dat ze geen van alle voor onbepaalde tijd zijn; daar waar een permanente bestuursfunctie een wisseling van staatvorm heeft overleefd wordt haar bevoegdheid ingeperkt en verkiezing van haar bekleders vervangen door een loting" (p. 251)

Slide 7 - Tekstslide

Ministeriele verantwoordelijkheid
Uitgangspunt: geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid
1. Bevoegdheid binnen het minsteriele ambt: Art 47 GW --> contraseign
2. Bevoegdheden als minister: verantwoordelijk voor beleid voorgangers --> bijv. de Teeven-deal
3. Bevoegdheden inzake ondergeschikten: ambtenaren, ZBO en staatssecretarissen (Art 42 GW)

--->  Staatsrechterlijke fictie: Je kunt niet alles controleren als minister. Denk aan de toeslagenaffaire. Verdwijnt hiermee niet ook de daadwerkelijke verantwoordelijkheid 

Slide 8 - Tekstslide

Ministeriele verantwoordelijkheid
4. Bevoegdheden in de ministerraad
5. Bevoegdheden in de Raad van Ministers van de Europese Unie
6. De Minister in relatie tot het staatshoofd en de leden van het Koninklijke Huis (Art 42 GW)

Minister besluit niet over het prive-handelen van de koning, maar is daarvoor wel verantwoordelijk.

Afgeleide ministeriele verantwoordelijkheid --> gedragingen van leden van het koninklijke huis die het openbaar belang raken.

Slide 9 - Tekstslide

Wat vinden jullie: moeten we het koningshuis afschaffen? Waarom wel en waarom niet? En als wel, mag ik dan onder-Farao worden?

Slide 10 - Open vraag